Waar bent u naar op zoek?

Boodschap van de Kolossenzenbrief: Hemels leven

08-08-2016

Christus heeft verzoening en een totale bevrijding van de machten tot stand gebracht. Daarom moet de gemeente zich nu niet laten imponeren door lieden die andere of aanvullende heilswegen wijzen, concludeert drs. J. Westland.

Er een helder beeld van vormen is moeilijk, maar het beweegt zich wel allemaal in de Joods-hellenistische sfeer. Joods zijn de regels inzake eten en drinken, feestdagen, de nieuwe maan en de sabbatten. Daarmee zouden engelmachten gunstig gestemd kunnen worden. Hellenistisch is de verbinding met de geestelijke principes/machten van het bestaan (2:20.

Uiterlijkheden

Dergelijke dingen diskwalificeert de apostel. Ze zijn slechts een schaduw (Heb.8:5; 10:1) en vergaan door het gebruik (Matt.15:17). Ze lijken heel vroom, maar hebben geen enkele waarde. In feite voeden zij slechts een hoogmoedig, zondig bestaan. Het is nog altijd verleidelijk genoeg om hoge godsdienstige waarde te hechten aan allerlei uiterlijkheden. Het is immers overzichtelijk en hanteerbaar. Wetticisme begeleidt ons hemels leven als een constante bedreiging.

Voor de lieden die met zulke dingen leurden, heeft de apostel evenmin veel goede woorden over. Met hun ascese (2:21), wilden ze een nederig-vrome indruk maken. Nederigheid op zich hoort bij het leven in Christus (3:12), maar bij die dwaalleraars was het nederige hoogmoed. Ook nu nog kunnen we ons met de nadruk op zondekennis en berouw vromer vinden dan anderen.

De dwaalleraars beriepen zich ook op visioenen, die ze zouden gezien hebben. Ze deden erg gewichtig over hun inzichten, terwijl daar geen enkele reden voor was. Hun grootste fout was dat ze zich niet gelovig hielden aan Christus.

De gemeente hoeft zich van hun veroordelingen niets aan te trekken (2:16). Ze moet zich de prijs niet laten ontzeggen, zoals bijvoorbeeld een kampioen bij het hardlopen gediskwalificeerd wordt als blijkt dat hij ongeoorloofde middelen heeft gebruikt. De gemeente moet zich beslist geen bepalingen op laten leggen die slechts menselijke bedenksels zijn (2:22; vgl. Jes.29:13 in de Griekse vertaling en Matt.15:8vv).

Over Christus schrijft de apostel in vers 19 nog eens indringend dat Hij het Hoofd van de gemeente, Zijn lichaam, is. God zorgt voor groei. Dat gebeurt echter niet slechts individueel. We hebben daarbij allereerst Christus, maar ook elkaar nodig (vgl.1:18 en Ef.4:15,16).

Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van 12 augustus 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)

« Terug naar de lijst