Dr. W. Dekker: We lijden te weinig aan de secularisatie
Het thema secularisatie heeft dr. W. Dekker zijn hele leven beziggehouden. Dat mensen God en het leven niet meer op elkaar kunnen betrekken, zit mij het meest hoog. Hoe kan het nu dat het geloof zoveel mensen niets meer zegt?
‘De generatie waar ik bij hoor, is de generatie van de grote afval. Het geloof verdampt voor je ogen. Het gebeurde zelfs in je eigen vrienden- en familiekring. Ook in de gemeentes nam ik het waar. Mensen die belijdenis deden en dan nog heel positief leken, vertelden je een aantal jaren later dat ze er niets meer aan doen. Deze ontwikkeling heeft mij altijd sterk beziggehouden.’
Groot pijnpunt
‘Ik vraag me af of we ons echt met de secularisatie durven confronteren. Proberen we niet steeds iets nieuws te bedenken en zo eigenlijk het probleem te laten liggen? We lijden te weinig aan dit verschijnsel. We hebben het niet als een groot pijnpunt in ons geloof en in ons gemeenteleven opgenomen. Dat zit me hoog.
In de jaren tachtig preekte ik regelmatig over de Klaagliederen van Jeremia en over verschillende klaagpsalmen. Voortdurend klinkt daarin de klacht ‘Waarom zijn we in zo grote nood?’ en dan betrok ik dat op de kerk. Even ging dat wel – iedereen had het toen over Godsverduistering. Later durfde ik er bijna niet meer over te preken en nu nog steeds niet, want de voorspelbare reactie is: ‘U bent te somber’. Maar somberen is het laatste wat ik wil. Om me heen mis ik echter dat wij het grote geloofsverlies als een klacht, als een nood, als een pijn bij God brengen.
Als je de nood niet ziet, breng je die ook niet in je gebed en als je haar niet in je gebed brengt, word je er ook verder niet werkzaam mee.’
Ontkenning
‘Ik hoor vandaag steeds minder mensen zeggen dat het hen door het hart snijdt dat de kinderen niet meer naar de kerk gaan. Het lijkt alsof er een gewenningsproces optreedt. Als je het wel zegt, zoals dr. H. Berkhof in de jaren tachtig deed, dan neem je de situatie serieus: je doet het niet mooier voor dan het is. Maar ouders zeggen nu vaak: ‘Het valt misschien nog wel mee’ of: ‘Misschien krijgt hij nog eens een goed meisje dat anders is’. Dat mag, maar men onderkent dan niet dat we met elkaar in een samenleving leven die God zo ver heeft weggestopt dat zelfs de meest gelovige mensen van tijd tot tijd twijfelen of Hij er wel is.
Ik ben vreselijk bang voor de ontkenning van het probleem. Ontkenning komt voort uit het feit dat we het lijden niet willen. We leven in een cultuur – en als kerk doen we daarin mee – die de donkere kanten van het leven en het lijden verdonkeremaant. Wij kunnen niet meer omgaan met pijn, lijden, teleurstelling en wanhoop, tot in rouwdiensten toe niet meer. Meestal moeten het tegenwoordig dankdiensten voor het leven zijn, terwijl ik denk: ‘Ik vind het nogal wat dat hij op deze jonge leeftijd, na zo’n vreselijke ziekte, met zo veel aanvechting gestorven is.’ Ik hoor daar dan niets meer over. We moeten vooral positief zijn.’
Lees de volledige tekst van dit interview in De Waarheidsvriend van 18 november 2016. (We hebben momenteel een mooi aanbod voor nieuwe abonnees.)