De vrolijke ruil
Er ging een schok door de kerk toen prof. P. Smits in 1966 zei: Geef mijn portie maar aan Fikkie. Daar bedoelde hij de verzoening van zonden mee. Schuld is volgens hem niet overdraagbaar, schrijft dr. W. Verboom.
Terecht heeft zijn uitspraak een hele nasleep gehad, hoewel het niet tot tuchtoefening kwam.
Uiteindelijk is vanwege de synode van de Hervormde Kerk het herderlijk schrijven De tussenmuur weggebroken verschenen. Ds. G. Boer, die deel uitmaakte van een daarvoor ingestelde commissie, kwam met een minderheidsrapport en schreef daarna het boek De prediking van de verzoening. Later schreef ds. P. Koeman Verzoend door Christus. Over de verzoening door voldoening. Beide boeken blijven de moeite van het lezen meer dan waard.
Hart
Uit deze gebeurtenissen wordt duidelijk dat de uitspraak van Smits maar geen bijkomstig incident was, maar het hart van het christelijk geloof raakt. Dat hart is dat het verbond dat de Heere met ons mensen had gesloten, door onze zondeval verbroken is. Op ons rust de toorn van God. Dat die toorn van God gestild wordt doordat de Zoon van God die wegdraagt, daarover gaat het in de verzoening. Van dat wonder getuigt artikel 21 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, als we lezen: ‘Jezus Christus, de eeuwige Hogepriester, heeft Zichzelf in onze naam voor Zijn Vader gesteld om Zijn toorn te stillen met volle genoegdoening, door Zichzelf aan het kruishout op te offeren en Zijn kostbaar bloed te vergieten tot reiniging van onze zonden.’
Lees de volledige tekst van dit artikel in De Waarheidsvriend van donderdag 7 september 2017.