Dominee in het dorp
Ds. F. Hoek nam dertig jaar geleden voor het eerst zijn intrek in de pastorie, terwijl zijn collega K.M. Teeuw pas anderhalf jaar geleden het predikantschap op zich nam. Een briefwisseling.
Beste Frans,
Mooi om in je vorige brief te lezen dat Gods trouw je gedragen heeft, juist ook toen je in Aalst als predikant begon. Anders was je in het vele werk ‘verdronken’, schrijf je zelfs. Graag ga ik in deze brief in op je vraag hoe ik dat nu ervaar. Wat is zo’n dertig jaar later mijn rol als predikant in kerk en dorp?
Tijdens mijn studietijd verdiepte ik me in het denken van Stanley Hauerwas. Hij stelt dat de kerk een contrastgemeenschap is. De kerk volgt Christus, dwars tegen de heersende modes in. Mijn verlangen was om als predikant de kerkgemeenschap van Aalst hierin voor te gaan. Maar eenmaal in de pastorie ontdekte ik dat de zaken er anders voor staan. In de praktijk is het contrast tussen kerk en dorp niet groot. De grenzen zijn eerder vaag en vloeiend. Wat dat voor mij als predikant betekent, is een spannende vraag.
Enerzijds geeft het me mogelijkheden. Mooi vind ik het om in dit verband een herinnering met je delen aan vorig jaar. Als dorp bestond Aalst vorig jaar 1200 jaar. De dorpsraad organiseerde tal van activiteiten. Er was een solexrace, een dorpsontbijt, een winterfair. Als kerk kregen we de vraag voorgelegd of wij wilden helpen bij de organisatie van ‘Aalst 1200’. Ik ben toen aangeschoven bij de dorpsraad. Menigeen vond het opmerkelijk. Zoiets was men niet gewend. Maar het riep vooral sympathie op, ook bij mensen buiten de kerk. Bijzonder was 18 mei. We hadden een speciale kerkdienst met als thema ‘Aalst 1200’. De kerk zat afgeladen vol. Minstens tachtig buiten- of randkerkelijken waren aanwezig, waaronder de complete dorpsraad. Samen hebben we God gedankt voor Zijn trouw. Eeuwenlang is er al een kerk in het dorp. Samen hebben we gebeden dat God mensen blijft inwinnen voor het Evangelie, ook in de toekomst. Die dag was ik een dankbare dominee. De vloeiende grens tussen kerk en dorp geeft mogelijkheden om missionair in het dorp aanwezig te zijn.
Anderzijds geeft het me ook zorgen. Je schreef dat er in jouw tijd een nogal aparte visie op de sacramenten was. Sporen daarvan kom ik nog steeds tegen bij gemeenteleden. Rond de doop heb ik een keer of vijf meegemaakt dat er ouders kwamen die ik tot dan toe nauwelijks kende. Wat doe je dan?
Lees de twee brieven in De Waarheidsvriend van 5 juni 2015.