Bonifatius in Groningen
Theologische opleidingen in Nederland lopen leeg en sluiten. Studentendisputen worden kleiner en verdwijnen. Denominaties trekken zich terug in eigen seminaries. Eén van de redenen voor het succes van de Groningse opleiding is het dispuut Bonifatius.
De neergaande ontwikkeling leek zich afgelopen decennia te voltrekken in Nederland en is beschreven in een rapport van de Koninklijke Nederlandse Academie der Wetenschappen dat in juni verscheen. Historisch gezien werden predikanten die affiniteit hadden met de Gereformeerde Bond altijd opgeleid aan een openbare faculteit, waar algemene vakken onafhankelijk van kerkelijke vakken werden gegeven: de zogenaamde duplex ordo. Deze vorm van theologisch onderwijs vond plaats in Leiden, Utrecht en Groningen, maar is door de sluiting van de opleidingen in Leiden en Utrecht onder druk komen te staan.
Nu Utrecht en Leiden gesloten zijn, is er in Nederland nog maar één rijksuniversiteit met een onafhankelijke theologische faculteit. Dit is de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), waar men heeft gekozen voor een model waarbij studenten theologie studeren aan de RUG, maar de mogelijkheid hebben een derde deel van hun vakken aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), die één straat verderop zit, te volgen.
Dit is ter voorbereiding op de predikantsmaster, die voor het grootste deel bestaat uit vakken van de PThU, maar waarin studenten ook een aantal verbredende of verdiepende vakken aan de RUG volgen. Een nieuwe impuls aan het oude principe van duplex ordo, en een impuls met succes: de opleiding groeit in studentenaantallen. Hierin valt op dat het overgrote deel van deze studenten behoort tot de gereformeerde gezindte, een ontwikkeling die in Groningen sinds de tijd van Franciscus Gomarus niet meer gezien is.
Lees de volledige tekst in De Waarheidsvriend van 21 augustus 2015.