Herodes Agrippa I, kerkvervolger
Herodes Agrippa I is de eerste vorst die het zwaard opneemt tegen de kerk. Hij laat de apostel Jakobus ombrengen en tracht ook Petrus te doden. Als hij zichzelf als een god laat toejuichen, moet hij de prijs daarvoor betalen.
Herodes Agrippa I, een kleinzoon van Herodes de Grote, wordt geboren in het jaar 10 voor Chr. Hij is nog maar een klein kind als zijn vader door zijn grootvader wordt terechtgesteld op verdenking van een staatsgreep. Zijn moeder zendt hem naar Rome, waar hij opgroeit in de nabijheid van het keizerlijk hof.
Hier raakt hij bevriend met onder anderen Caligula en Claudius. Wanneer Caligula in 37 keizer wordt, schenkt hij zijn jeugdvriend Agrippa het gebied van zijn overleden oom Herodes Filippus en de koningstitel. Zo is er voor het eerst sinds de dood van Herodes de Grote weer een koning Herodes.
Agrippa heeft een hechte band met keizer Caligula en trekt veel met hem op. Als Caligula in de tempel van Jeruzalem een beeld van zichzelf wil laten plaatsen, overreedt Agrippa hem om daarvan af te zien.
Agrippa vergezelt Caligula op een veldtocht tegen opstandige stammen langs de Rijn waarbij zij ook een grote militaire exercitie bij de monding van deze rivier bijwonen. Daarmee is Agrippa de enige bijbelse koning die op Nederlandse bodem is geweest.
Door zijn goede contacten in Rome neemt het koninkrijk van Agrippa in omvang toe. Herodes Antipas, een oom van Agrippa, en door zijn huwelijk met Agrippa’s zus Herodias (Mark.6:17) tevens zijn zwager, wordt jaloers als hij hoort dat Agrippa een koningstitel heeft ontvangen. Antipas reist in 39 naar Rome om van keizer Caligula eveneens een koningstitel te verkrijgen. Agrippa stookt Caligula echter tegen hem op, waarop Caligula Antipas afzet en zijn gebied toevoegt aan het koninkrijk van Agrippa.
Lees de volledige tekst in De Waarheidsvriend van 4 september 2015.