Getuigenis uit India
De vervolgde kerk vraagt om gebed.
‘Waarom ben je naar ons dorp gekomen om over Jezus te vertellen?’ schreeuwen de mannen. ‘Dit is een hindoe-dorp en we willen geen christen worden. We willen je niet meer zien!’ Suta draait zich teleurgesteld om en loopt de elf kilometer terug naar zijn eigen dorp.
Suta is voorganger in de Indiase deelstaat Rajasthan. In zijn eigen kleine dorp deelt hij het Evangelie met zijn dorpsgenoten en getuigt hij van zijn geloof. Maar voor hem voelt dit niet genoeg, het lijkt te gemakkelijk om alleen in zijn eigen en vertrouwde omgeving het Evangelie te delen. Op een dag hoort hij duidelijk de stem van God. ‘Je werkt in je eigen dorp, maar wie vertelt in de omliggende dorpen over Jezus?’ Tijdens het bidden ervaart Suta dat hij naar een specifiek dorp in de buurt geroepen wordt.
Getuigenis
De volgende dag staat Suta op, pakt zijn spullen in en loopt elf kilometer naar het andere dorp. Hij deelt zijn getuigenis met iedereen die het maar wil horen. Hij vertelt hoe hij tot geloof in Jezus is gekomen terwijl hij als hindoe is opgegroeid. De dorpsbewoners reageren direct, maar niet positief. Een paar mannen die banden hebben met hindoe-extremisten dwingen Suta om het dorp te verlaten. ‘Kom hier nooit meer terug!’, dreigen ze.
Gods stem
Als Suta thuiskomt, denkt hij na over de gebeurtenissen van die dag. Heeft hij Gods stem niet goed verstaan? Is het Gods wil dat hij naar dat dorp blijft gaan? De mensen daar willen zijn boodschap niet horen. ‘Waarom zeggen ze dat ik niet terug moet komen naar hun dorp, terwijl U me hebt gezegd om wel te gaan?’ vraagt Suta hardop aan God.
Suta realiseert zich dat hij te snel heeft opgegeven. Hij raapt zijn moed bij elkaar, stopt zijn tas vol met evangelisatiemateriaal en loopt weer naar het dorp om het Evangelie te verkondigen. Hij weet dat sommige dorpsbewoners opnieuw woedend zullen worden als ze hem zien, maar ondanks dat is hij niet bang. In het dorp loopt hij van huis naar huis om over God te vertellen.
Mishandeld
Het duurt niet lang of dezelfde mannen die hem de vorige keer het dorp uit joegen, staan weer voor zijn neus. Ze beginnen Suta te slaan en te mishandelen. Als enkele dorpsbewoners vragen waarom ze dat doen, roepen ze: ‘We hebben hem gewaarschuwd dat hij niet terug mocht komen. Hij heeft het toch gedaan!’
Vlak voor Suta zijn bewustzijn verliest, hoort hij de mannen roepen: ‘Zet nooit meer een voet in dit dorp!’ De hindoe-extremisten pakken Suta’s bebloede lichaam beet en gooien hem in een drie meter diepe kuil.
Het getuigenis van Suta is afkomstig van de Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK). De SDOK is een interkerkelijke, christelijke organisatie die zich inzet voor vervolgde christenen.
Lees de volledige tekst van dit getuigenis in De Waarheidsvriend van 12 februari 2016.