column
Inscherpen en voorleven
Ouders kunnen zich zorgen maken over de vraag hoe zij de wezenlijke zaken van het geloof kunnen overdragen aan de volgende generatie, hun eigen kinderen in het bijzonder.
Die zorg is ongetwijfeld van alle tijden, maar wordt in onze tijd wel heel duidelijk ervaren. Zo raakt het recent verschenen boekje van Els van Dijk, De hunkerende generatie, kennelijk snaren die strak gespannen staan.
Bij de overdracht van geloof en geloofsleven naar opgroeiende generaties speelt de kerkelijke gemeente een belangrijke rol. Het is opvallend dat voor de ene jongere de kerkelijke gemeente een belangrijke stimulans blijkt te zijn om bij het geloof te blijven, terwijl een ander zich van het geloof afkeert omdat hij juist de gemeente als een bron van ergernis ervaart.
Tussen mijn twaalfde en achttiende levensjaar was voor mij de belangrijkste drijfveer om zondags naar de kerk te gaan het simpele feit dat ik daar mijn vrienden zou treffen. Zonder zich daarvan al te zeer bewust te zijn, waren het mijn vrienden die mij in deze levensfase bij het geloof hebben bewaard. De betekenis van een goed functionerende jeugdvereniging, die zich mag verheugen in oprechte belangstelling van gemeente en kerkenraad, kan daarom moeilijk worden overschat.
Dat laat onverlet dat ook ouders in de geloofsoverdracht naar hun kinderen een cruciale rol vervullen. In dit verband wordt vaak Deuteronomium 6:7 aangehaald, waarin ouders wordt voorgehouden hun kinderen de woorden van Gods wet in te scherpen (indringender woord overigens dan het ‘inprenten’ van de HSV). Daar zijn we als (jonge) ouders vaak ook redelijk goed in.
Minder populair is echter het apostolisch vermaan aan vaders uit Efeze 6:4 om bij hun kinderen geen toorn op te wekken, maar hen op te voeden in de onderwijzing en terechtwijzing van de Heere. Dat kunnen we niet concreet genoeg maken. Een vader die, zonder benul van wat een buitenspelval is, niet aflaat zijn zoon te waarschuwen voor de risico’s van het voetbalveld, maar zich zakelijk keihard weet op te stellen, loopt het risico bij zijn voetbalminnende kind toorn op te wekken. Inscherpen zonder voor te leven is contraproductief. Inscherpen door voor te leven het meest overtuigend.
F.A. van der Duyn Schouten