Waar bent u naar op zoek?

column

De spiekende mens

08-10-2012

In 1980 schreef filosoof en classicus Cornelis Verhoeven (1928-2001) het destijds betrekkelijk populair maar nu vrijwel vergeten boekje Traktaat van het spieken.

Spieken ziet Verhoeven niet alleen in de klassieke zin als afkijken, maar vooral als het gedrag van de calculerende leerling. ‘Wat heb je eraan?’, is een belangrijke vraag bij een puber. Begrijpelijk. Maar het gaat verkeerd als onderwijs of catechese hieraan toegeven. Dan kweken we de ‘zesjesmens’.

Als een docent of een predikant het leren alleen maar benadert vanuit het nut, kun je verwachten dat kinderen zich kinderachtig gaan gedragen. De spiekende mens ziet onderwijs of catechese dan slechts als een instrument: voor een voldoende, voor een diploma, of om een keurige kerkganger te worden. Het is ernstig dat deze spiekende mens het tij mee heeft. 

Op scholen is overigens het effect van de spiekende leerling inmiddels merkbaar. Internationaal doen we het minder. Op dit moment reageert het ministerie van onderwijs angstig op ranglijstjes. We moeten van de minister over drie jaar tien punten hoger scoren op de PISA-lijst (Programme for International Student Assessment). De reflex hierop is echter opnieuw spieken. Etymologisch gezien houdt spieken verband met ‘spekken’: mager vlees met spek larderen om het meer te laten lijken dan het is. Dat heb je vaak met die ranglijstjes.

Op school moeten we terug naar een plaats waar denken, leren en begrijpen niet achtervolgd worden door de plicht tot geld verdienen die ons als volwassenen te wachten staat. In de kerk moeten we terug naar een situatie waarin catechese niet alleen staat in het teken van vaak vermeend nuttige apologetische vaardigheidsoefeningen.

We moeten het aandurven om een antiek begrip als ‘eruditie’ aan schoolopleiding te koppelen, om catechese ook werkelijk godsdienstonderwijs te doen zijn. Leven is niet alleen dom consumeren en werken, maar ook kritisch na kunnen denken over politiek, religie of ethiek. 

Maar zelfs dit blijft spieken als het christelijke liefdesgebod niet in alles centraal staat. Augustinus schrijft ergens dat wetenschap, eruditie en kennis, ‘welke tot het verheven liefdedoel gebruikt wordt, veelzins nuttig is, maar neemt ge haar op zichzelve zonder zulk een doel, dan is zij niet enkel overbodig, maar zelfs verderfelijk te achten’.

R. Toes