Waar bent u naar op zoek?

column

Allemaal evangelicaal

04-03-2013

Als kind snuffelde ik graag in onze boekenkast vol ‘oude schrijvers'.

Het waren niet zoveel perkamentjes uit de bloeitijd der Vaderlandse Kerk, maar overwegend lichtdrukken uit de tijd van de revoluties van de industrie, in de boekhandel en op het kerkelijk erf. Tussen de verzamelde oefeningen of twaalftallen leerredenen prijkten twee banden met de rugtitel Euangelisch Magazyn. Het leek alsof dit duo er niet zo goed tussen paste. Ik bleef haken bij dat ‘eu’ van ‘evangelisch’, terwijl het ‘magazyn’ me deed denken aan de schappen in een supermarkt.

‘Evangelisch’ – dat had geen goede klank in de gereformeerde gezindte. De EO stond volgens een oud-gereformeerde columnist voor Eeuwige Ondergang. Dat eu-angelion gewoon ‘goede boodschap’ betekent, leerde ik pas van godsdienstleraar Leertouwer. Maar zelfs op de middelbare leerschool van interkerkelijkheid stonden ‘evangelischen’ aan de kant van de sekten en stromingen of het juichend christendom. Ze miskenden de belijdenis, de bekering, het verbond, de ambten, de psalmen en wat al meer.

 

De scherpte is er misschien wat af, maar de kritische beeldvorming leeft voort. Het ‘vurig verlangen’ waarmee het Evangelisch Werkverband in de jaren negentig de kerken wilde bezielen, bleef onvervuld. Onverzadigbaar lijkt De Saambinder in de strijdlust tegen het evangelische gevaar. En houdt nu ook De Waarheidsvriend de klaagzang gaande?

Als historicus weet ik dat de gevestigde kerken al tweehonderd jaar worstelen met de christelijke privatisering van het gemeenschappelijk geloof. Uiteindelijk zal blijken dat we cultureel allang evangelisch zijn – ontvankelijk voor een individuele innerlijkheid als basis van religieuze emoties, gedachten en gewoonten. Want al noemt de EO ons ‘allemaal gereformeerden’, evangelicaal zijn we allemaal.

 

Achteraf gezien waren die evangelische magazijnen niet écht verdwaald op de reformatorische boekenplanken. Het ging om vertalingen van een Engels tijdschrift ‘ter bevordering van kennis en beoefening der Godlijke waarheden’. Ze werden rond 1775 in omloop gebracht door het Rotterdams genootschap Idem Omnes Simul Ardor Agit. Vrij vertaald: allen worden gelijktijdig door eenzelfde geestdrift bezield. De doorbraak van de supergeloofsmarkt moest nog komen, maar de kiemen voor een bevindelijk-evangelische beweging – al dan niet in een hervormd-gereformeerde context – waren in de eeuw van de Verlichting al gelegd.

Fred van Lieburg