column
Brood
Voor mij ligt een grote stapel boterhammen. Ik pak er één vanaf en begin te smeren. Op alle boterhammen moet een dikke laag boter komen.
Een wat oudere man met een vriendelijk gezicht zet een bak hagelslag naast mij op tafel. ‘Kijk, zo doe je dat’, zegt hij en pakt een snee brood, drukt deze met de beboterde kant in de hagelslag, draait deze weer om en laat hem trots aan mij zien. Een rijk ‘beslagen’ boterham kijkt mij aan.
Het is vrijdagochtend vroeg. Ik draai een keer mee met de groep vrijwilligers van ‘de Tweede Mijl’, het inloopcentrum voor dak- en thuislozen in de Jordaan. Straks zal de deur opengaan en zullen de mannen en vrouwen binnenstromen. Sommigen komen voor een warme douche, anderen voor wat eten, weer anderen verlangen gewoon naar een stukje gezelligheid en ontmoeting. Al smerend hoor ik door de verhalen van de vrijwilligers heen de liefde voor hen. ‘Gennoeg brood met hagelslag’, hoor ik naast mij zeggen. ‘Hier heb je kaas, dat is goed voor hen’. Ik kijk naar de grote bakken met brood, dat straks uitgedeeld zal worden. Het evangelie is hier zichtbaar in woord en brood.
Aan het eind van de dag loop ik via de Haarlemmerstraat terug naar het Centraal Station. Op de hoek van de straat is een winkeltje dat ik nooit kan passeren zonder er een brood met een potje ‘Puck’ te kopen. De Marokkaanse eigenaar lacht mij vriendelijk toe als ik het brood met potje op de toonbank leg. ‘Dat is dan € 3,85.’ Ik pak mijn portemonnee en zie tot mijn schrik dat deze zo goed als leeg is. ‘Kan ik pinnen?’, vraag ik hoopvol.De donkere man schudt zijn hoofd en
antwoordt resoluut: ‘Nee, jij van mij krijg’. Hij doet de spullen in de tas en duwt deze in mijn handen. Ik voel mij warm worden vanbinnen, maar tegelijkertijd merk ik dat ik eigenlijk wil weigeren. Dit kan ik toch zomaar niet aannemen?
In de trein kijk ik naar de tas in mijn handen. Brood uitdelen is een opdracht. Brood ontvangen een les.
Marijke Bakker