Waar bent u naar op zoek?

column

Reddingsvest

15-02-2016

Opeens zie ik de uitdrukking op het gezicht van Ayana veranderen. Ze kijkt nu ernstig, zorgelijk. Haar ogen glijden weg van de foto's die mijn metgezel Jannie laat zien op haar iPhone.

‘Ik heb ook twee en een halve dag in zo’n bootje gezeten’, hoor ik Ayana zacht zeggen. ‘Het was slecht weer. Ik had geen geld voor een zwemvest. Ik heb de hele overtocht gebeden tot God.’ Ze staart in het niets langs ons heen. Ik zie hoe ze haar handen vouwt en iets omhoog heft.

Het is maandagavond. Samen met Jannie ga ik op bezoek bij een Syrisch gezinnetje dat in het asielzoekerscentrum bij ons in de buurt woont. Als de deur opengaat, komen we erachter dat we bij het verkeerde adres zijn. Er staat een jongedame van rond de achttien jaar voor ons. Al snel vult de gang achter haar zich met nog meer meiden. Ze giechelen erop los. Ze wenken ons, we moeten binnenkomen.

Even later zitten we op de bank met een kop thee in onze handen en een bordje popcorn op schoot. De meiden zitten in een halve cirkel voor ons. Ayana vertelt dat ze samen met negen jonge Eritrese meiden in dit huis woont. Ze zijn zichtbaar blij met een bezoekje. Helemaal als Jannie foto’s van haar kinderen laat zien. Jannie scrolt door de afbeeldingen en komt zo terecht bij een foto van het eiland Kos. Afgelopen zomer heeft Jannie daar vluchtelingen opgevangen en geholpen. Het wordt stil. Jannie stopt de iPhone terug in haar tas. Ayana ontspant weer iets en zegt: ‘Woensdag moet ik naar Amsterdam. Ik heb daar met iemand die ik niet ken een kleine kamer toegewezen gekregen’.

Als we naar huis rijden, zie ik nog de bange blik in de ogen van Ayana toen ze het over Amsterdam had. Aan pooiers wil ik niet denken, maar toch kan ik deze gedachte niet van me afzetten. Zonder reddingsvest dreigt Ayana daar te verdrinken. Ik zie Ayana’s gevouwen handen. Ja, bidden moet ik, maar ook iets doen. Straks meteen maar iemand zoeken die haar in Amsterdam wil opzoeken en begeleiden.

Marijke de Wit