column
Spanning in de spreekkamer
Zin in een kopje koffie? Ik kijk mijn schoonmoeder vragend aan. Zij schudt haar hoofd en antwoordt: Nu nog niet, straks maar nadat we de dokter gesproken hebben.
Het is maandagmiddag. We zijn in het VU- ziekenhuis in Amsterdam, op de afdeling oncologie. Mijn schoonmoeder heeft haar halfjaarlijkse controle. Dat is elke keer weer spannend: zou alles goed zijn of hebben ze weer iets op de foto’s gezien?
De wachtruimte is functioneel maar huiselijk ingericht. We kiezen een van de zitjes uit, in de hoek met het zicht op de deur van de arts. De geur van koffie komt ons tegemoet, we zitten recht tegenover de koffiemachine. Er komt een meneer aanlopen. Hij ziet er keurig uit, zijn grijze haar is netjes gekamd en hij draagt een mooi grijs pak. ‘Een bankdirecteur,’ vul ik in gedachten in. Hij oogt gespannen. Als hij de keuzeknop ‘espresso’ induwt, zie ik dat zijn hand trilt.
De deur van de dokter gaat open. Hij verschijnt in de deuropening en roept: ‘Mevrouw De Bruin.’ Een jonge vrouw staat op – ik zie dat ze een pruik draagt – een oudere dame volgt haar en gaat mee de spreekkamer in. Ik besluit toch maar alvast een kop koffie te nemen.
Met de koffie in mijn hand loop ik terug naar ons plekje. Een vrouw loopt voor me langs. Haar fleurige jurk en bijpassend vestje trekken mijn aandacht, helemaal mijn smaak. Ik schat haar op mijn leeftijd. Ze trekt in het voorbijlopen een pleister met verband van haar arm af, waarschijnlijk net bloed geprikt. Ze gaat tegenover ons op de bank zitten. Stil kijkt ze voor zich uit.
‘Mevrouw De Wit,’ klinkt het. Mijn schoonmoeder is aan de beurt. Een kwartier later lopen we de spreekkamer uit. Moeder heeft zin in koffie. Ook haalt ze iets lekkers voor erbij uit haar tas. ‘Alles’ is gelukkig goed.
Onderweg naar huis moet ik denken aan de tekst die de dominee gisteren aanhaalde: ‘Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn.’ Bij een bezoek aan de hemelse Dokter zal er geen onzekerheid zijn over de uitslag. ‘Alles’ is goed, voor eeuwig.
Marijke de Wit