Waar bent u naar op zoek?

column

Achterlaten

17-05-2017

Het leven in een ander land heeft zijn mooie kanten, maar ook zijn moeilijke. Voor mij als moeder is het achterlaten van kinderen een van de moeilijkste dingen.

Die steen op je hart als je nog één keer omkijkt nadat je door de douane bent gegaan op Schiphol, en je daar je zoons ziet staan. Die brok in je keel, die niet door te slikken is als je op Skype je zoon helemaal alleen op zondag in zijn kamertje ziet zitten. En dan zo maar die kleine dingen… als hij je vertelt dat hij het voor elkaar gekregen heeft om alle knopen van zijn jas te trekken en jij als moeder ze er niet even aan kan zetten. Soms heb ik me afgevraagd: ‘Is zending dit allemaal wel waard? Het lijkt wel of mijn kinderen wezen zijn.’ 

Toen we veertien jaar geleden Nederland verlieten met drie kinderen, voelde ik die pijn lang niet zo erg. We waren als gezin bij elkaar. Alles wat mij het meest dierbaar was, had ik bij me. In de laatste jaren gaan de kinderen steeds vaker voor een langere periode bij ons vandaan en wordt die pijn veel reëler.

Toch zou ik de afgelopen jaren niet hebben willen missen. In deze jaren heb ik veel meer geleerd om op God te vertrouwen voor mijn kinderen. Het gebed voor mijn kinderen is vele malen dieper geworden en hoewel de pijn en de zorg daar zeker nog weleens zijn, is er daarnaast ook een diepe vrede. De vrede die komt als je de woorden leest die Jezus tegen Zijn discipelen zei voor de hemelvaart: dat Hij hen niet als wezen zal achterlaten. Zijn naam is ‘Ik Ben’ en ‘Ik zal er zijn’. 

De hemelse Vader is bij mijn kinderen. En voor de Heilige Geest maakt het niet uit of ik naast mijn zoon woon of dat er een halve wereld tussen zit. Het is trouwens ook zo vertroostend om te zien dat God inderdaad honderdvoudig weergeeft in mensen die als een moeder voor mijn kinderen willen zijn wanneer ik er zelf niet ben. Dat geeft Hij in een oma bijvoorbeeld, die met alle liefde de knopen aan de jas van haar kleinzoon naait.

Marieke den Butter