Waar bent u naar op zoek?

column

Wandelgangenverdriet

31-07-2017

Het was echt niet zo slaapverwekkend als het klinkt. De opleidingscommissie van de Theologische Universiteit Apeldoorn had een cursus georganiseerd, omdat de Wet versterking bestuurskracht haar nieuwe bevoegdheden toekent. Dat klinkt best saai.

Dat was het ook wel, vanwege de juridische termen en omdat de impact van wetswijzigingen anders werkt in kleine organisaties. Toch was het leerzaam, al zat het mooiste voor mij niet in de juristerij, maar in de discussie over organisatieculturen. Een cultuur verander je immers niet zomaar.

De cursusleider vertelde over een organisatie die werd gekenmerkt door – wat hij noemde – ‘wandelgangverdriet’. Dat wil zeggen: in de vergadering knikken en voorstemmen, maar in de wandelgangen en bij de koffieautomaat klagen over wat er allemaal mis is. Al moet ik toegeven dat ik met een beetje tegenzin naar de cursus was gegaan, van dit nieuwe woord veerde ik verfrist op. Ik ben dan ook een hartstochtelijk liefhebber van de rubriek ‘vergeetwoorden’ van het radioprogramma ‘De Taalstaat’, waarin luisteraars bijna vergeten woorden, die nog nét wel bestaan, adopteren. Woorden als aanminnig, deerniswekkend en verwatenheid. Een groot publiek spreekt dit niet aan en ik vrees dat ‘De Taalstaat’ spoedig het veld zal moeten ruimen voor iets hippers en snellers. Maar vooruit; hoe treurig wandelgangverdriet ook kan zijn, mijn hart sprong op van vreugde. Zelfs Google kende het nog niet!

Mijn gedachten dwaalden af naar sommige dominees van vroeger, bewonderenswaardige woordkunstenaars. Tegenwoordig is het allemaal vast authentieker met onze gewone taal op de preekstoel, en naar geheimtaal of hoogdravend taalgebruik zal niemand verlangen, maar een beetje taalverheffing mag de kerk toch wel bieden. Taalverloedering is er verder al zo veel. Zo somberde ik in gedachten een beetje weg van de nieuwe wetgeving over ‘bestuurskracht’ (een woord dat we wel kunnen missen). Tijdens de vergadering zei ik hierover niets, ik pas wel op. En wie zou mijn gesomber na de bijeenkomst willen horen? Ik was moederziel alleen met mijn wandelgangverdriet. Eigenlijk zou daar ook een woord voor moeten zijn.

A. Huijgen