blog
Bijbelse gehoorzaamheid
Het appèl van de doop
Voor de christelijke gemeente nu en vandaag komt het aan op gehoorzaamheid. Maar hoe krijgt die nu concreet gestalte in de gemeente van Christus, waarin we wereldse tendensen' waarnemen en waar het postmoderne klimaat de gemeenteleden infecteert?
Eind vorig jaar las ik de laatste 28 preken van ds. Martin Niemöller (1892-1984). Niemöller heeft vanwege zijn verzet tegen Adolf Hitler in totaal zeven jaar in concentratiekampen doorgebracht. Wie deze bundel preken van voor naar achter doorleest – ze zijn gehouden in 1936-1937, dus nog vóór het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog – merkt hoe de toon gaandeweg verandert.
Steeds scherper en helderder neemt Niemöller in zijn prediking stelling tegenover wat hij waarneemt in het Duitse Rijk.
Het is goed om te weten dat Niemöller als jongeman nog dienst had gedaan in het Duitse leger, uiteindelijk zelfs als commandant van een duikboot. Toen Hitler in 1933 aan de macht kwam, was Niemöller daar aanvankelijk blij mee. Hij was ook lid van de NSDAP. Langzaam maar zeker ontdekte hij dat de idealen van de nazi’s toch niet bij hem pasten. De invoering van de Ariërparagraph speelde hierin een belangrijke rol.
Prediking
Bij Niemöller groeit de overtuiging dat het naziregime de macht van de boze op een afschuwelijke wijze illustreert. Het is werkelijk fascinerend om te zien hoe hij in zijn laatste 28 preken vanuit de Schrift zijn gemeente in Berlijn oproept om God méér gehoorzaam te zijn dan mensen.
Je kunt, wanneer je de preken leest, natuurlijk vinden dat de zaken hier en daar wat te politiek gekleurd zijn. En wanneer het gaat om de verhouding kerk en staat, wàs de situatie toen en daar ook anders dan de onze nu en vandaag. Maar toch voel je gaandeweg, tijdens het lezen in de bundel, dat er iets op het spel komt te staan. Deze prediking kan niet onbeantwoord blijven. Deze radicale verkondiging heeft een prijs. Dat bleek. De laatste preek uit de bundel, een preek over Handelingen 5:33-42, ging te ver. Niemöller werd opgepakt en afgevoerd naar het concentratiekamp in Sachsenhausen. Daarna volgde nog Dachau.
Volgelingen
Wanneer het gaat om gehoorzaamheid in bijbels-theologisch perspectief wil ik enkele lijnen helder proberen te krijgen. Dat past binnen het jaarthema ‘Horig en mondig’ dat het bestuur van de Gereformeerde Bond koos voor het jaar 2014. Hoe krijgt die nu concreet gestalte in een samenleving als de onze, waarin de afgod zelfontplooiing (Tim Keller) met stip op nummer één staat. Dichterbij: hoe krijgt een en ander gestalte in de gemeente van Christus, waarin we meer en meer ‘wereldse tendensen’ waarnemen en waar het postmoderne klimaat de gemeenteleden infecteert.
John Stott merkt op dat de volgelingen van de Heere Jezus in het Nieuwe Testament slechts drie keer christenen worden genoemd. In alle andere gevallen wordt gesproken over discipel of volgeling. Stott oppert vervolgens of het niet beter geweest zou zijn als het woord discipel (= discipline) gangbaar was gebleven in de loop van de eeuwen. ‘Waarom noemt u Mij Heere, Heere, en doet niet wat Ik u zeg?’ (Luk.6:46).
Voor de christelijke gemeente nu en vandaag komt het aan op gehoorzaamheid. Gehoorzaamheid aan de stem van de HEERE is meer dan ooit Gebot der Stunde. Zij is zelfs ‘principale regel in het Koninkrijk van God’. (B. Wielenga)
De route die we daarbij gaan, is als volgt. Ik beginnen met een aantal opmerkingen over de heilige doop. Daarna volgt een korte rondgang in de Schrift, te beginnen in het Oude Testament. Daarna richt ik me voor wat betreft het Nieuwe Testament vooral op een aantal teksten bij Paulus. Daarin komen verrassende en ook aangrijpende gedachten naar voren die het overwegen dubbel en dwars waard zijn. Ten slotte komen we terug bij de doop, waarbij we inzoomen op het begrip ‘nieuwe gehoorzaamheid’, zoals we daarover sinds de Reformatie spreken.
Heilige doop
De heilige doop is geen kleinigheid. Het water van de doop is diep, dieper dan we dikwijls voor waar willen hebben. Het is onder ons gemeengoed om de heilige doop met name vanuit haar beloftekarakter te verstaan. God belooft zulke heerlijke zaken. Duizelingwekkend wat de Drie-enige God ons testamentair vermaakt.
Toch zou ik ook willen betogen dat de christelijke gemeente er goed aan doet de doop ook naar haar eis te bezien. De doop is ook een vraag, een appèl. De apostel Petrus drukt dat uit in zijn eerste zendbrief, wanneer hij schrijft dat de doop ‘een vraag aan God van een goed geweten’ is (1 Petr.3:21).
Zijn we ons voldoende bewust van de eis van het verbond? Door de doop word ik onder de macht van een ander, dé Ander, gebracht. Ik raak de aanspraak op mijzelf kwijt. Er vindt een troonswisseling plaats. Ik word het eigendom van Hem, met alle gevolgen van dien. Hoe zou ik voor mijzelf nog kunnen en willen leven?
Kortom, in en door de doop worden we hórig gemaakt. Op de wijze van zondag 1: Van harte gewillig en bereid om voortaan voor Hém te leven. Gehoorzaamheid dus. Dit element verdient in de christelijke gemeente meer aandacht.
Betekenis
We maken nu eerst een korte rondgang in de Schrift. Wie het woord gehoorzaamheid en gehoorzamen naspeurt in het Oude en Nieuwe Testament, ontdekt diverse nuances in betekenissen. Opvallend daarbij is dat de grondwoorden voor gehoorzamen nauw samenhangen met oor en horen.
Een eerste betekenis is die van scherp luisteren om iemand goed te leren kennen om van diegene de weg te leren (Gen.28:7).
Een tweede betekenis duidt meer het onderdanige aan. Het duidt op een gedwongen onderwerping aan iets of iemand.
In de derde betekenis gaat het om een hartelijke gehoorzaamheid. Men wíl gehoorzamen (Jer.35:18; de Rechabieten). Het is overigens opmerkelijk te noemen dat in de meer populaire bijbelse woordenboeken een bespreking van het woord gehoorzaamheid ontbreekt. Is het geen bijbels kernwoord (meer)?
Oude Testament
God de Schepper vraagt na de schepping van hemel en aarde gehoorzaamheid van Adam en Eva. Van alle bomen in de hof mogen zij vrij eten, behalve van de boom die midden in de hof staat. Gehoorzaamheid gevraagd. Overtreding wordt zwaar gestraft: anders sterft u.
De zondeval (zonder dat het woord zonde in Genesis 3 genoemd wordt) is daarom met zondag 3 uit de Heidelbergse Catechismus te duiden als ‘ongehoorzaamheid van onze eerste voorouders Adam en Eva in het paradijs’.
Van hieruit ontvouwt zich de verdere geschiedenis. Na de periode van de aartsvaders is de geschiedenis van het volk Israël te typeren als een voortdurend refrein van ongehoorzaamheid. Met name het boek Deuteronomium (de wet voor de tweede keer) roept voortdurend op tot de gehoorzaamheid aan God en Zijn geboden, met daarbij rijke beloften voor wanneer het volk gehoor geeft aan Gods verordeningen en wetten.
Wanneer het volk na een omweg van veertig jaar – én in een andere samenstelling dan toen het uit Egypte vertrok – het Beloofde Land binnentrekt, valt op dat het volk het gebod om de vreemde volken uit te roeien slechts gedeeltelijk gehoorzaamt. De prijs daarvoor heeft het volk Israël voortdurend moeten betalen.
Richters en koningen
De periode van de richters voorafgaande aan de tijd waarin een koning over Israël regeerde, kenmerkt zich zelfs door een totale wetteloosheid. ‘Eenieder deed wat juist was in zijn ogen’ (Richt.21:25).
De periode erna bracht daarin geen verandering. De tragiek is nu juist dat de koningen van Israël, te beginnen met Saul, dikwijls voorop gingen in zonde en ongehoorzaamheid. Een gedachte die we als ambtsdragers diepgaand moeten overwegen. De koningen gingen voorop. Een gedeeld en uiteengescheurd rijk is het gevolg.
Ten slotte volgen ballingschap en wegvoering. In deze context klinkt de prediking van Israëls profeten, die we niet anders kunnen typeren dan als een oproep tot bekering en gehoorzaamheid. Een oproep die tegen dovemansoren gericht blijkt te zijn. Bultmann kan daarom de geschiedenis van het Oude Testament niet anders zien dan Gesetz und Geschichte des Scheiterns, een geschiedenis van voortdurend falen in het gehoorzamen van Gods wet en inzetting.
Gelukkig zijn er ook goede en positieve voorbeelden van gehoorzaamheid. Abraham verlaat stad en land, familie en volk en volgt gehoorzaam Gods stem. Vanwege zijn gehoorzaamheid zullen in zijn nageslacht alle volken van de aarde gezegend worden (Gen.22:18).
C.H. Hogendoorn
Ds. C.H. Hogendoorn is hervormd predikant te Oud-Beijerland en lid van het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond.
Volgende keer schrijft hij over het begrip gehoorzaamheid in het Nieuwe Testament en de belijdenisgeschriften.