blog
Hoe concreter de boodschap, hoe meer interne discussie
Reclame voor de kerk
In de seculiere media komen we meer en meer reclame-uitingen van de kerk of van kerkelijke organisaties tegen, soms bedoeld om zich te onderscheiden van andere religieuze stromingen. Over kansen en risicos.
Afgelopen najaar liet de Remonstrantse Broederschap van zich horen. Dit kerkgenootschap, dat 5000 leden telt, maakte gebruik van radiospotjes en stationsreclame om nieuwe leden te werven. De boodschap dat ‘geloof bij jou begint’ moet Nederlanders over de streep trekken om zich als vriend aan te sluiten.
De remonstranten, nazaten van een stroming die zich al in de zeventiende eeuw verzette tegen de Heidelbergse Catechismus en tegen de belijdenis van Gods verkiezing, profileerden zich al snel nadrukkelijker. Een poster op de NS-stations liet de boodschap zien: ‘Mijn God trouwt ook homo’s’. Waar een gemiddelde landgenoot godsdienst blijkbaar associeert met strengheid, regels en verboden, willen de remonstranten een andere kant laten zien, vooral om haar eigen ondergang vanwege de doorgaande vergrijzing te voorkomen. De uitspraken over God van de remonstranten brengen hun godsbeeld voor het voetlicht − ‘Mijn God is een super optimist’ − en laten zien hoe ze naar een orthodox geloofsklimaat kijken − ‘Mijn God laat me zelf denken’.
Analfabetisme
Het gebruik maken van marketing is betrekkelijk nieuw in de kerk. Ongetwijfeld is het een gevolg van het christelijk analfabetisme dat Nederland meer en meer doordrenkt. Hoe vaak hoor je in eigen omgeving immers niet dat mensen het ‘grappig’ vinden als je vertelt dat je christen bent? Een christen ontmoet men blijkbaar niet vaak. Mijn buurvrouw op de Zuid-Franse camping wilde deze zomer weten hoe ik mijn brood verdien. Mijn antwoord over een taak in de Protestantse Kerk gaf geen enkele herkenning. ‘Wat voor kerk? Nee, daar heb ik echt nooit van gehoord.’ Haar reactie gaf mij weer te denken.
Zowel krimp als onwetendheid met het christelijk geloof maakt dat de kerk blijkbaar reclame nodig heeft. Het maakt daarbij zeker uit of ze haar bestaan onder de aandacht brengt of de inhoud van haar geloof benoemt. Een voorbeeld van het eerste was de slogan ‘Al onze vestigingen elke zondag open’. Hiermee won de Protestantse Kerk in 2005 een advertentiewedstrijd in De Telegraaf. ‘Een zeer verrassende en gedurfde advertentie van een onverwachte afzender. Een leuk idee met de juiste knipoog,’ aldus de jury. Op ludieke wijze steekt de kerk de draak met de landelijke strijd van winkels om op zondag open te mogen zijn, zo klonk het. De kerk hoefde de advertentiekosten aan de krant (70.000 euro) niet te betalen.
Inhoud communiceren
Inmiddels zijn we tien jaar verder en zien we dat ook de inhoud van het christelijk geloof via reclame-uitingen gecommuniceerd wordt. In december 2013 liet de Protestantse Kerk een filmpje vertonen op Nederland 1, 2 en 3, en op RTL 4, een eigentijdse versie van ‘Komt allen tezamen’. ‘De Protestantse Kerk in Nederland heeft hét echte kerstverhaal in de aanbieding en de plek waar je dit samen kunt vieren. Het zou toch onverstandig zijn als wij daar geen reclame voor maken?’, aldus een woordvoerder van de kerk. Aan het filmpje werkte CDA-leider Buma mee. Dat op deze wijze mensen bereikt werden, bewees het feit dat een website die mensen verwijst naar een kerkdienst in hun buurt, een dubbel aantal bezoekers trok.
Eind 2014 koos de kerk voor een ‘duidelijker boodschap’. De kwetsbaarheid om woorden over God, over de Heere Jezus in kort bestek op een wervende manier uit te dragen, werd daarbij wel duidelijk. Zodra bekend werd dat in het filmpje mensen uitgenodigd werden de diensten met Kerst te bezoeken en dat een zwerver, een prostituee en een homostel hierin figureerden, was er media-aandacht – extra reclame dus.
Verontwaardigd
Het Landelijk Koördinatiepunt groepen kerk en homoseksualiteit was verontwaardigd vanwege de suggestie dat ‘normale mensen’ in de kerk zitten en een homopaar bij de zwerver en de prostituee ingedeeld werd. Binnen tien minuten na bekendwording van het laatste kerstfilmpje belde dagblad Trouw
mij met de vraag wat de Gereformeerde Bond ervan vond dat zwervers en homo’s in de kerk genodigd werden. Mijn antwoord dat ook zwervers en homo’s het Evangelie moeten horen en we de inhoud van de boodschap die met Kerst gebracht wordt, belangrijker vinden dan wie er genodigd worden, heeft nooit de kolommen van de krant gehaald.
Duidelijk is wel dat een concretisering van de boodschap direct tot interne discussie leidt.
Zorgvuldigheid
De keus van de kerk om zich in het publieke leven te presenteren via filmpjes vraagt om bezinning, om zorgvuldigheid. Dat geldt evenzeer het leven van elke christen. Wie in een weiland een bordje met ‘God is liefde’ leest, weet dat de keus voor deze uiting van het Evangelie zelden negatieve gevoelens oproept. Die zullen er eerder zijn als de boer zijn dakpannen zo schildert dat er ‘Jezus leeft’ op het boerderijdak zichtbaar wordt.
Van al degenen die Gods Naam op hun voorhoofd dragen, wordt een nauwgezet leven verwacht, een nieuwe gehoorzaamheid. Tegen de christenen in Rome zegt Paulus dat door hun toedoen de Naam van God gelasterd wordt (Rom.2:24), een zware aantijging. Het onderstreept dat elke christen een levende reclamezuil voor het Evangelie is, dat onze levensstijl en onze woorden mensen van God kunnen vervreemden én mensen het Evangelie kunnen tonen. Het zou zomaar kunnen dat we dit veel te weinig beseffen. Als opvoeder, als familielid, als buurtbewoner, als collega.
Bordje met kerktijden
Al is de kerk geen bedrijf en al mogen we de kerk niet op één lijn zetten met allerlei maatschappelijke organisaties – wat de overheid meer en meer doet –, onze tijd maakt het nadenken over de wijze waarop de kerk haar activiteiten bekendmaakt nodig. Vroeger stond er op veel plaatsen naast de aanduiding dat je de bebouwde kom binnenrijdt, een bordje met de naam en de kerktijden van de plaatselijke kerk. Met deze vorm van reclame kunnen we niet meer volstaan om Henk en Ingrid te bereiken.
Tegelijk begeven we ons op glad ijs als we in twintig of dertig seconden naar onze seculiere landgenoten moeten communiceren wat de boodschap van de Bijbel is. Bedoelen we hetzelfde als we zeggen dat zwervers, homo’s en prostituees welkom zijn in de kerk als dat we zeggen dat Jezus in de kerk met zondaars wil samenwonen?
Koop, zonder geld
Er is nog een spanningsveld. Reclamemakers zijn creatieve mensen, bekwaam om hun publiek tot een aankoop te verleiden. Veelal zijn die verleiders verborgen. Zo kan de kerk haar boodschap echter niet aan de man brengen, omdat transparantie en integriteit haar moeten kenmerken. Het paradoxale van haar nodiging – onder andere door de profeet Jesaja verwoord: ‘Kom, koop en eet, koop zonder geld, zonder prijs, wijn en melk. Luister aandachtig naar Mij’ – is evenmin in korte en eigentijdse reclameboodschappen uit te dragen.
Vanuit een commerciële houding, waarin ingestoken wordt bij wat mensen graag horen willen, kan de kerk nooit gaan adverteren. Want God is geen ‘super optimist’, maar de God van het verbond is de Heilige Israëls, de Heiland, de Verlosser. En God laat ons niet ‘zelf denken’, maar wil juist elke valse gedachte afbreken, om élke gedachte te brengen onder de gehoorzaamheid aan Christus.
Oefening
De remonstranten hebben mij door hun posters en stationsreclame weer geleerd wat de betekenis van mijn levenswandel is. Zij sporen de kerk aan om zich erin te oefenen in kort bestek de kern van het Evangelie voor het voetlicht te brengen, ondubbelzinnig.
P.J. Vergunst