Waar bent u naar op zoek?

blog

Trouw

09-06-2015

‘Vrijdagavond is het festival. Ik hoop niet dat ik Jenny daar tegenkom. Dan doe ik net alsof ik haar niet zie.’

Het is donderdagmiddag. Ik zit in de trein en ben op weg naar de trouwerij van één van onze vrijwilligers. Naast mij zitten twee jongens van een jaar of twintig. De donkere jongen heeft net tegen zijn vriend Bart verteld dat zijn vriendin Jenny het een paar weken geleden heeft ‘uitgemaakt’.

Bart zwijgt een tijdje en zegt dan: ‘Sinds ik met Marit ben, kom ik bijna niet meer aan sporten toe.’ ‘Ik sportte juist veel meer’, klinkt het van de andere kant. ‘Het leek wel of ik met Jenny veel meer energie had. Nu ben ik al twee weken niet naar fitness geweest en van hardlopen komt ook niet veel terecht.’ Het is weer even stil.

Dan doet Bart nog een poging: ‘Vroeger, voor mijn tijd met Marit bedoel ik, had ik veel minder emoties. Ik was vrij en hoefde aan niemand verantwoording af te leggen. Nu geniet ik van de tijd met haar, maar tegelijkertijd ben ik altijd bang dat ze bij me weggaat. Wat mij helpt, is dat ik tegen mezelf gezegd heb: ‘Bart, alleen red je het ook’, dus houd ik er nu gewoon rekening mee dat er een moment komt dat ze weggaat. Relaties zijn tijdelijk, dat zie ik wel bij mijn twee broers.’ Na een korte stilte, zachtjes: ‘En bij m’n ouders.’ ‘Ja, dat zal ik bij de volgende vriendin denk ik ook doen’, antwoordt zijn vriend. Even later: ‘Maar nu kan ik dat nog niet.’

Een uur later zit ik in de kerk. Voorin zie ik het bruidspaar knielen voor de zegenbede van de dominee. Ze hebben elkaar net trouw beloofd in voor- en tegenspoed. Mijn gedachten gaan naar de beide jongens. Van wie horen zij nog dat trouw en liefde wél bestaan? Ik herinner de woorden weer van de jongen, voordat hij de trein uitging: ‘Als Jenny op het feest is, zal ik, denk ik toch wel naar haar toegaan en met haar praten. Ja, haar negeren, dat zou laf zijn.’

Marijke de Wit-Bakker