blog
Bijna vijf eeuwen Luther
Belijdenis van de Reformatie is helpend voor de kerk vandaag
Het einde van de Tweede Wereldoorlog heb ik niet meegemaakt, wel de huldiging van prinses Beatrix tot onze koningin en 33 jaar later die van haar zoon. Ieder mens maakt in zijn leven een beperkt aantal bijzondere dagen in de geschiedenis van Nederland mee. Is 500 jaar Reformatie een vergelijkbare historische gebeurtenis?
Als het maandag 31 oktober is, gaat het vijfhonderdste jaar in nadat de monnik Maarten Luther in 95 stellingen de situatie in de Rooms-Katholieke Kerk onder de tucht van het Woord plaatste. Dodenmissen, aflaatprediking, vagevuur – Luther was er klaar mee. Gelukkig deed hij meer dan doodlopende wegen blokkeren, hij wees (stelling 62) vermoeide en aangevochten zielen tevens de weg naar de vrede met God: ‘De ware schat van de kerk is het heilig Evangelie van de heerlijkheid en de genade van God.’
Museumjaarkaart
Nu begint het vijfhonderdste jaar na het startschot van de Reformatie in Wittenberg. Wie een museumjaarkaart heeft, kan de komende twaalf maanden zijn hart ophalen, want het aantal tentoonstellingen is nauwelijks te tellen. Bij de presentatie van Luther verzameld merkte prof. Herman Selderhuis vorige maand op dat er in Europa alleen al 153 exposities over Luther zijn, althans die bij hem bekend waren.
Deze herdenking stelt elke kerk, elke plaatselijke gemeente en ook elke christen voor de vraag wat de Reformatie voor hem betekent, hoe je je verhoudt tot de grote momenten uit onze geschiedenis.
Als het niet om een jubileum ging dat naar precies vijf eeuwen verwijst, zouden velen vandaag wellicht voorbijgaan aan de Kerkhervorming. Onze tijd blinkt immers niet uit in historisch bewustzijn.
Kerkgeschiedenis
Het is daarom goed te luisteren naar de woorden van prof. Hans-Martin Kirn uit het oktobernummer van het blad Kerkinformatie. De lutherse hoogleraar Kerkgeschiedenis geeft aan dat ‘alleen als onze studenten weten waar ze vandaan komen, ze kunnen begrijpen waar ze naartoe gaan’. Kerkgeschiedenis maakt je bewust van je identiteit, aldus Kirn.
Sterker dan prof. Kirn in Kerkinformatie doet, zou ik willen benadrukken dat we in de belijdenis van het geloof in de Vader, de Zoon en de Heilige Geest verbonden zijn met de kerk van alle plaatsen en alle tijden. Als weinig andere momenten in de eeuwen na Pinksteren geldt dit voor de Reformatie, omdat daarin het werk van God aan het licht kwam, het ‘Evangelie van vrije genade’ vanaf veel kansels opnieuw verkondigd werd.
Spreken over het verleden
Herdenken is een bijbelse notie, een activiteit die zich concentreert op wat de kerk in Nederland via de geschriften van Luther en Calvijn – en in hun spoor van zo veel anderen – van de Heere ontvangen heeft. Asaf zegt in Psalm 77: ‘Ik zal de daden van de HEERE gedenken, ja, ik zal denken aan Uw wonderen van oudsher.’ Maar Asaf blijft niet hangen in het verleden. Nee, hij laat zich inspireren door wat in vroeger tijden ontvangen is: ‘Ik zal al Uw werken overdenken en over Uw daden spreken.’
Altijd weer is herdenken ons te binnen brengen wat we gedaan hebben met alle hemelse zegeningen, hoe we omgegaan zijn met wat heilig is in de ogen van God en vandaaruit een beroep doen op Zijn trouw en barmhartigheid. In het geloof wordt present gesteld wat de Heere gedaan heeft én zal doen.
En toch, ik weet, mijn Koning is de Heer,
van oudsher deed Hij heil op aarde dagen.
Belijdenis
Aan herdenken is nauw de opdracht verbonden om de rijkdom uit vroeger tijden vruchtbaar te maken voor de situatie waarin de kerk vandaag gekomen is. Dat doen we in de vaste overtuiging dat de belijdenis van de Reformatie helpend is voor de kerk in de 21e eeuw.
Helaas, voor velen is het reformatorische belijden geen ijkpunt meer, geen autoriteit, geen bron of spiegel. Er zijn christenen voor wie iemand als paus Franciscus die functie overgenomen heeft: hij is door zijn daden inspiratiebron bij uitstek. Een deze maand verschenen artikel in het Katholiek Nieuwsblad, getiteld ‘Toenemende kritiek op paus Franciscus’, heeft me de schaduwzijden leren zien van het centraal stellen van één persoon. Een prominente kardinaal verwoordde daarin dat de zoektocht van de paus om mensen terug te brengen naar de kerk onder praktiserende katholieken een crisis veroorzaakt. Met zijn recente voorstellen ten aanzien van huwelijk en seksualiteit zou Franciscus de kardinaal negeren die aangesteld is ‘om de zuiverheid van het geloof te bewaren’.
Kernnoties
Om de ‘zuiverheid van het geloof’ mag het ons protestanten ook gaan. En hebben we daartoe in de voorzienigheid van God niet de belijdenissen ontvangen? Ja! Niet om deze kerkelijke documenten – dat blijven het – boven het Woord te plaatsen, maar omdat ze naar het Woord verwijzen, kernnoties uit het Evangelie in treffende zinnen verwoorden, vooral waar ze aan het werk van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest woorden geven. Over de Bijbel zegt de Nederlandse Geloofsbelijdenis dat we ‘al deze boeken alleen ontvangen voor heilig en canoniek, om ons geloof daarnaar te reguleren, daarop te gronden en daarmee te bevestigen’.
Een eeuw voor de Reformatie schreef Thomas a Kempis: ‘Gebruik de tijdelijke dingen, verlang naar de eeuwige.’ Dat leert ons de belijdenis, die uitgebreid stilstaat bij Wie God is én hoe God en mens zich door het geloof in Christus tot elkaar verhouden.
Geloofseenheid
Van meet af aan was het voor de reformatorische gelovigen in ons land duidelijk dat de belijdenis van betekenis was voor heel de kerk, in het bijzonder voor de ambtsdragers. Niet lang nadat Guido de Brès namens de hervormingsgezinde gelovigen in de Nederlandse provincies zijn belijdenis onder de aandacht van koning Filips II gebracht had, besloot een provinciale synode dat elke ambtsdrager deze belijdenis diende te ondertekenen. Twee jaar later besliste een andere synode dat de geloofsbelijdenis bij de opening van elke vergadering voorgelezen zou worden, om de onderlinge geloofseenheid te onderstrepen.
Van grote betekenis is het als de herdenking van de Reformatie maakt dat elke ambtsdrager in een hervormde of protestantse gemeente met deze belijdenis in aanraking komt en we ernaar streven dat de rijke inhoud ervan verinnerlijken mag. Als we – met een citaat van dr. A. van Brummelen – ‘geloven dat de belijdenis de waarheid van de Schrift vertolkt zoals die opgevangen is in de loop der eeuwen door gelovigen van velerlei land of eeuw’, dan weten we ons samen geroepen om vanaf 31 oktober een jaar lang de betekenis van de Reformatie te benoemen.
Bedelaar
Die belijdenis zet ons wel op onze plaats als zondaar voor God. Waar het licht van het Evangelie schijnt, ontdek ik de duisternis van mijn hart. Ook dat is in lijn met Luther, die aan het einde van zijn leven – ‘U hebt mij verlost, HEERE, getrouwe God’ – zo veel gegroeid was in heiligmaking dat hij zich bedelaar noemde, verlegen om het Woord op de goede wijze te verstaan.
Die belijdenis richt ons oog vooral
-op Jezus Christus, Die met Zijn kostbaar bloed betaalde voor al mijn zonden,
-op de Middelaar, Die ons geschonken is tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking en een volkomen verlossing,
-op de eeuwige Vader van Christus, Die hemel en aarde geschapen heeft en Die ook mij met alle noden van het lichaam en de ziel verzorgen wil,
-op de Heilige Geest, Die van eeuwigheid van de Vader en de Zoon uitgaat,
-op Hem over Wie we belijden dat er niemand, noch in de hemel, noch op de aarde ons liever heeft dan Jezus Christus,
-op Hem, Die komen zal als Rechter over levenden en doden, de dag dat de tranen gewist worden uit de ogen van Gods kinderen, de dag waarnaar de Kerk verlangt met groot verlangen.
Zingen
De belijdenis van de Reformatie, ze is diep en rijk, troostvol en geladen, ze weet van ernst en hoop en verwachting. Die belijdenis leert ons zingen:
Ere zij aan God, de Vader,
ere zij aan God, de Zoon,
eer de Heil’ge Geest, de Trooster,
de Drie-een’ge in Zijn troon.
Op weg naar 31 oktober 2017, een lied op de lippen.
P.J. Vergunst