Waar bent u naar op zoek?

blog

Synode ziet speelruimte in de omgang met (leegstaande) kerkgebouwen

Een auto uit Vinkega

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
21-09-2021

Het was dit voorjaar dertien jaar geleden dat ik in het Friese dorpje Vinkega de tweedehandsauto kocht waarin ik nog altijd rijd. Het vraagt natuurlijk snel uitleg, als dit de openingszin is van een bijdrage waarin teruggekeken wordt op de synodevergadering van de Protestantse Kerk.

Marktplaats en mijn oudste zoon hadden me gebracht in het kleine plaatsje waarvan we op de basisschool de naam niet hoefden te leren, Vinkega. Hier zat de specialist voor Noord-Nederland van het automerk dat ik niet noemen zal. Bij aankomst bleek het autobedrijf gevestigd te zijn in… een schitterend mooi kerkje. De krap 200 bewoners van Vinkega hadden blijkbaar geen boodschap meer aan Jezus’ woord uit Markus 11, toen Hij zag dat er in de tempel gekocht en verkocht werd: ‘Staat er niet geschreven: Mijn huis zal een huis van gebed genoemd worden voor alle volken?’

Bovenkerk van Kampen

De ‘Geschiedenis van de naoorlogse kerkbouw in Nederland, België en Duitsland’ telt heel wat deeltjes. Tot halverwege de jaren zestig van de vorige eeuw hield de spectaculaire opleving in de kerkbouw aan. In onze tijd past het om een andere serie uit te geven, een historie van het afstoten van (monumentale) kerkgebouwen. Een pijnlijke onderneming is dat, als de kerk waarin je gedoopt bent, gesloopt wordt; als de kerk waarin je getrouwd bent, tegen de vlakte gaat.

Die pijn beleef je niet alleen door persoonlijke betrokkenheid, die pijn zie je ook bij (christelijke) bestuurders. In een RD-vraaggesprek vanwege zijn vertrek als burgemeester van Kampen noemt Bort Koelewijn het ‘heel treurig’ dat in de iconische Bovenkerk van dit stadje geen kerkdiensten meer gehouden worden. ‘Ik vind dat eigenlijk niet kunnen.’ Koelewijn ‘kon er zelf niets tegen doen’, maar denkt wel dat het voorkomen had kunnen worden.

Zinvol gebruik en hergebruik

‘Ik kon er zelf niets tegen doen’…, zegt de burgemeester van Kampen. De plaatselijke overheid miste blijkbaar het instrument om zich actief met het beëindigen van de eredienst in de Bovenkerk te bemoeien. Wel, als het aan de synode van de Protestantse Kerk ligt, gaat dit anders worden. Op zaterdag 11 september was ze in vergadering bijeen en besprak ze het rapport ‘Speelruimte gezocht. Protestantse visie op kerkgebouwen’.

Twaalf jaar eerder sprak de synode over hetzelfde thema: de betekenis van het kerkgebouw. In de voorbije jaren is er echter veel gebeurd, is in de Protestantse Kerk het besef gegroeid dat bij het ontwikkelen van een visie op kerkgebouwen de focus niet zozeer moet liggen op het afstoten van kerkgebouwen, maar veeleer op zinvol gebruik en hergebruik. In kerk én samenleving is meer zicht gekomen op de betekenis van de dorpskerk, op de waarde van een monumentale stadskerk, is er oog gekomen voor gezamenlijk gebruik met verwante organisaties.

Overheid

Wat ik in dit opzicht mooi vind, is dat de overheid aan kerkelijke gemeenschappen vraagt om een visie op het hergebruik van kerkgebouwen. Het betekent dat de overheid zelf oog voor verruimde subsidiemogelijkheden moet hebben. Monumentale kerkgebouwen als religieus erfgoed worden terecht gezien als huizen van ontmoeting – en ontmoeting hebben we in de samenleving ook nodig. Al gaat de verkondiging van het Evangelie hier vanuit het perspectief van de kerk aan vooraf.

Een werkgroep van de overheid pleit ervoor dat er samen met de plaatselijke gemeenten een visie op het kerkgebouw ontwikkeld wordt. Zo wordt niet alleen voorkomen dat waardevolle oude kerken in verval raken, maar ook dat ze een bestemming krijgen die onvoldoende past bij het eigen karakter van de kerk. Dat mag de komende burgemeester van Kampen, zijn collega’s en alle wethouders stimuleren om de kerk te behouden. Dat voorkomt dat mijn volgende auto opnieuw uit een in een showroom veranderd kerkje komt.

Discussiestuk

De discussienota ‘Speelruimte gezocht’ is geschreven door een werkgroep onder leiding van de Rotterdammer Gerben van Dijk, oud-synodelid en tot vorig jaar kerkenraadsvoorzitter in Delfshaven. Vooral is hij deskundig op het gebied van vastgoed, duurzaamheid, renovatie, leegstand. Tot de werkgroep behoorde ook ds. W.J. de Hek van de Utrechtse Jacobikerk, die zijn sporen als architect verdiende. Zij en de andere leden willen plaatselijke gemeenten stimuleren om een visie op de toekomst van het kerkgebouw te ontwikkelen, een taak die goed in het verband van de classis uitgevoerd kan worden.

Positief getoonzet is de nota. Geen denken vanuit de gedachte dat een groot gebouw als een molensteen om de gemeentelijke nek hangt, maar denken vanuit de gedachte dat een prachtig, oud gebouw een kans is, een waardevol bezit dat dienstbaar kan zijn aan de ‘pastorale, missionaire en diaconale roeping van de gemeente’ – en ik zet hier graag ‘de verkondigende roeping’ voor.

Theologie, kerk, maatschappij

In ‘Speelruimte gezocht’ wordt naar het kerkgebouw gekeken vanuit de theologie, vanuit de kerk, vanuit de maatschappij. Bij het eerste raken we aan de kerk als plaats van ontmoeting met God, huis van gebed, voor de prediking geheiligde ruimte waarin Exodus 25 actueel wordt: ‘Dan zal Ik u daar ontmoeten en van boven het verzoendeksel zal Ik met u spreken.’ Vanuit het perspectief van de theologie doen heiligheid en ontmoeting mee, en evenzeer het persoonlijke: Hier gingen in mijn leven het Woord en het hart op beslissende wijze open.

Kijken we vanuit de kerk(enraad), dan zien we op welke wijze het gebouw dienstbaar is aan de doelstellingen van de gemeente. Hierbij hoort het doordeweeks openstellen van de kerk voor ieder die rust en ruimte zoekt, die verlangt naar verstilling of een woord voor je hart.

En als derde is er het perspectief van de samenleving. Immers, de kerk staat midden in het leven. Ook niet-christenen zien het kerkgebouw in hun (dorpse) leefomgeving veelal niet graag verdwijnen. Als sluiting van de kerk en daarna doorgaand verval een reële optie wordt, komt de vraag op tafel naar een verdienmodel voor het gebouw.

Kerk > hotel

Wel, in het krachtenveld van theologie, kerk en samenleving zoekt de besproken nota speelruimte voor de toekomst van het kerkgebouw – en het is goed dit thema tijdig te agenderen. Laat de kerkrentmeesters met het oog op de toekomst de benaming ‘rentmeester’ eer aan mogen doen. Gelukkig gebeurt dit op veel plaatsen al, wat onder meer bleek uit de woorden van diaken C. Nieuwenhuizen (Veen), die verwoordde dat in zijn regio de kerk de verbinding met het dorp zoekt, ook voor het diaconale werk.

Ouderling F.A. van der Duijn Schouten (Ridderkerk) wees op de mogelijkheid om een overbodige kerk wel af te breken, opdat niemand bij de het zien van een tot hotel verbouwde kerk denkt dat de kerk van vroeger is. Deze begrijpelijke gedachte is ook een kant van de medaille, die elke christen temeer aanmoedigt zich als een levende steen in het huis van God te laten gebruiken, opdat het Evangelie zichtbaar blijft.

***

Ambt

Nadat de gemeenschap uit Spangen (de eerste zogenoemde kerngemeente in de Protestantse Kerk) zich onder leiding van pionier Nico van Splunter presenteerde, besteedde de synode twee uur aan het ambt. In juni jl. aanvaardde ze het rapport ‘Geroepen en gezonden’, waarin het bijbelse denken over het ambt verbonden wordt met de gegroeide kerkelijke praktijk, de diversiteit hierin. Het moest zo zijn dat De Waarheidsvriend twee dagen voor de synode een bijdrage van ds. J.A.W. Verhoeven over de essentie van het ambt publiceerde, ook in de hoop de kerk hiermee inhoudelijk te dienen en te voeden.

Op 11 september sprak de synode vooral over de weg naar besluitvorming: enerzijds is uitwerking van de ambtsvisie nodig om tot concrete besluiten te komen, anderzijds vraagt de situatie spoedig om helderheid voor de kerkelijk werkers. De synode aanvaardde dat in de eerste fase verdieping van de ambtsvisie plaatsheeft én er door een onafhankelijk bureau onderzoek gedaan wordt naar de feiten en de trends, mits de onderzoekers affiniteit met de kerk hebben.

In de tweede fase worden mede op basis van fase 1 ‘mogelijke beroepsprofielen voor de dienaar des Woords’ opgesteld én wordt de ambtsvisie betrokken op de kerkelijk werkers die geen dienaars van het Woord zijn. In verschillende werkgroepen zal de praktische uitwerking voorbereid worden, zodat op de synode van april 2023 een samenhangend rapport ter besluitvorming kan worden voorgelegd.

Waar niet te ontkennen is dat zicht op het ambt in de beweging van de Gereformeerde Bond gevonden wordt, hopen we de komende tijd de kerk concreet te kunnen dienen. Gelukkig wordt de voorgaande zin ook in de dienstenorganisatie gelezen.

Onbevoegd preken

Uit de nota die de synode besprak, komt naar voren dat de synodeleden behoefte hebben aan een helder onderscheid tussen predikanten en hun hbo-opgeleide collega’s (de ‘pastors’, een naam die overigens nog ter discussie staat).

Voor ouderling L. van Doeselaar (Hazerswoude-Dorp) duurt het tijdpad wat te lang. Hij vroeg hoe om te gaan met mensen die nu onbevoegd preken. Scriba dr. R. de Reuver antwoordde dat dit ‘nu al gewoon niet mag. Duidelijk! Daar is geen tijdpad of besluit meer voor nodig.’

Neem een jaarabonnement (€ 49,00). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.