Waar bent u naar op zoek?

André F. Troost Als God een vraag is. Mijmeringen in Mokum. Uitg. KokBoekencentrum, Utrecht; 224 blz.; € 18,99.

F. Hoek, Schoonhoven
Door: F. Hoek, Schoonhoven
10-09-2020

Dr. André F. Troost, vooral bekend als schrijver van vele, vaak mooie liederen, waarvan er ook een aantal is opgenomen in de bundel Weerklank, heeft opnieuw een boek geschreven dat de nodige vragen oproept.

Het draait in dit boek vooral om vragen die hij zijn gefingeerde kleinzoon Floris in de mond legt, maar die weleens vooral de eigen vragen van de schrijver zouden kunnen zijn. Vragen die vanuit de Bijbel, de geschiedenis en de actualiteit op ons afkomen. Met veel antwoorden die de orthodoxie in de loop der eeuwen, luisterend naar de Schrift, heeft geformuleerd, kan dr. Troost echter niet meer leven.

De opzet van het boek heeft iets speels en is een aardige vondst. Met zijn fictieve kleinzoon, die, zoals hij zelf zegt, een soort mix is van al zijn kleinkinderen, maakt hij een meerdaagse wandeling door Amsterdam langs allerlei bekende plekken zoals Artis, de Westerkerk, het Begijnhof, het Achterhuis en de Wallen. Daarbij komen diverse vragen aan de orde, onder andere over de betrouwbaarheid van de Bijbel, homofilie, evolutie en over wie Jezus van Nazareth was en is.

Bij het beantwoorden van deze vragen vertelt dr. Troost tal van anekdotes, maar vooral heel veel over zichzelf, over zijn ontwikkeling als dominee, hoe hij weg groeide van de orthodoxie. ‘In dat bastion kan ik niet meer leven.’ (p.89)

Mijns inziens wordt af en toe op een wat platvloerse, bijna banale manier over God en Jezus gesproken en soms karikaturaal en daarom goedkoop de gereformeerde Schriftvisie op de korrel genomen. Dr. Troost geeft ook blasfemische citaten van onder anderen Richard Dawkins (p.155) zonder kritisch commentaar door. Naast deze feiten is zijn visie op Jezus echter het meest schokkend.

Hij borduurt daarin voort op wat hij stelde in zijn eerdere boek Engel naast God. Hoe goddelijk is Jezus?. Door te poneren dat Christus niet God is en zodoende de tweenaturenleer af te wijzen en de leer van de drie-eenheid op te geven – overigens een al eeuwenoude, hardnekkige ketterij – distantieert hij zich van de leer van de kerk zoals die onder andere beleden wordt in de geloofsbelijdenis van Nicea en Athanasius. De schrijver wil niet als vrijzinnig bestempeld worden, maar wanneer je zo duidelijk afstand neemt van het hart van het christelijk geloof, wat ben je dan anders dan dat?

Wie zelf (klein)kinderen heeft ontvangen, met hen van tijd tot tijd het gesprek aangaat of anderszins met jongeren spreekt over de Bijbel en over zaken die vanuit het vaak rauwe leven van alle dag op ons afkomen, zal in dit boek weinig vinden wat hem, haar kan helpen in het met jongeren zoeken naar antwoorden. In dit boek zijn helaas niet de Bijbel en de belijdenis, gefundeerd op de Schrift, de richtlijn, maar de ratio.

De kern van het christelijk geloof is dat God Zelf in Christus Zich in de door ons geslagen breuk gesteld heeft en zo verzoening door voldoening bewerkte. Wie deze kern laat vallen, houdt uiteindelijk niets over. Niet anders dan, zoals dr. Troost het zei in een interview, dat God een vraag is aan óns: Wil jij Mij helpen in Mijn strijd tegen het kwaad? Is dit nog Evangelie, goede boodschap?

F. Hoek, Schoonhoven
F. Hoek, Schoonhoven