Waar bent u naar op zoek?

blog

Ranglijst Christenvervolging haalt streep door onze onverschilligheid

Afghanistan zakt

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
Vervolgde kerk
07-02-2023

Landen die voor elke betrokken christen een wereld van dreiging en discriminatie oproepen, van opsluiting of zelfs de dood – de Ranglijst Christenvervolging brengt in de eerste weken van het jaar Noord-Korea en Afghanistan op ons netvlies, Somalië en Jemen.

Het gaat maar door, elke dag, de vervolging van christenen in zóveel landen in de wereld. Terwijl wij ontbijten, naar ons werk gaan, thuis onze taken verrichten of sporten, terwijl we bij onze familie zijn of op de bijbelkring van de gemeente, ervaart één op de zeven christenen in deze wereld op zijn minst hoge niveaus van vervolging of discriminatie. Onwerkelijk is dat. Leden die behoren tot hetzelfde lichaam van Christus weten van aanslagen, zonder dat wij de pijn voelen. Tenzij we ons openstellen voor deze broeders en zusters, voor hun leven en nood.

Kranten en Kamervragen

En dan komt ergens in januari de jaarlijkse Ranglijst Christenvervolging, die gelukkig de voorpagina van onze christelijke kranten haalt, die hopelijk meer doet dan in de beslommeringen van deze dag even onze aandacht vangen. En dezelfde dag nog spoorden CDA, ChristenUnie, SGP en ook Ja21 minister Hoekstra van Buitenlandse Zaken aan om de mogelijkheden maximaal te benutten om in internationaal verband christenvervolging aan de orde te stellen. Meer dan nodig is dit bij een minister die zich in zijn eerste jaar op Buitenlandse Zaken vooral geprofileerd heeft inzake toegang tot veilige abortus en rechten van lhbti’ers.

De Ranglijst als wake-upcall? Ja, maar niet minder geldt dit de vrijwel dagelijkse aandacht in de christelijke media. Deze vullen hiermee hun identiteit op een mooie wijze in door de voortgang te registreren van de komst van Gods Koninkrijk, door de barensnood te tekenen waarin de schepping én de kinderen van God verkeren, op weg naar de dag van hun verlossing. Daags voor de Ranglijst publiek werd, meldde mijn dagblad dat bij een aanslag tijdens een doopdienst in de Democratische (!) Republiek Congo tien mensen om het leven kwamen. Video’s op sociale media tonen lichamen die tussen de kerkbanken liggen. Ik sla een bladzijde van de krant om en lees dat op dezelfde dag een priester in Nigeria in zijn pastorie levend verbrand is. Beide aanslagen komen van islamitische rebellengroepen en dringen ons tot gebed voor Afrika.

Onverschilligheid

Van de Joodse schrijver en winnaar van de Nobelprijs voor de vrede Elie Wiesel kennen we de uitspraak dat het tegenovergestelde van liefde voor het Joodse volk niet haat is, maar onverschilligheid. Voor christenvervolging kunnen we hetzelfde zeggen. Op 22 augustus jl., de dag die de Verenigde Naties in 2019 uitgeroepen hebben als dag ter herdenking van slachtoffers van gewelddaden op grond van godsdienst of levensovertuiging, zei het hoofd van de rooms-katholieke hulporganisatie Kerk in Nood: ‘De grootste tragedie van allemaal is de onverschilligheid van zovelen ten overstaan van godsdienstvervolging.’ Wat kan ik doen? Het is een vraag die elke christen in Nederland inzake dit thema beantwoorden moet.

Met die nonchalance doen we de wereldwijde kerk van Christus tekort én doen we onszelf tekort. Kennisnemen van het leven van christenen in Nigeria, Noord-Korea, Afghanistan dringt me tot voorbede voor hen én leert mijzelf om het Evangelie beter te verstaan. Als je naaste familie zich immers van je afkeert omdat jij de islam niet omarmt maar leven wil met Jezus Christus, dan begrijp je Jezus’ woord dat ‘wie de wil van God doet, Mijn broeder en Mijn zuster en moeder is’. (Mark.3:35)

Volharding

We leren van de vervolgde kerk wat volharding is. Voor haar geldt dat volharding in de verdrukking, voor Nederlanders betekent dit het volhouden in een cultuur die God nauwelijks meer van belang vindt, die Zijn afwezigheid in het dagelijks bestaan niet eens meer opmerkt. In beide situaties mogen we weten dat Jezus onze situaties voorzien heeft, toen Hij de aansporing én de belofte gaf dat wie tot het laatste volharden zal, zalig zal worden, toen Hij de Heilige Geest aan Zijn kerk schonk.

Onderzoeksmethodiek

De Ranglijst Christenvervolging – voor Open Doors zelf blijft het de jaarlijkse presentatie van haar werk. Kwetsbaar was daarom dat ze vorige maand ook in het nieuws was, omdat de Amerikaanse tak van Open Doors zich afsplitste van de wereldwijde beweging. Tegelijk zeggen we nuchter dat in organisaties die zich inzetten voor christenvervolging geen heiligen werken. Wie partners heeft in landen waar de kerk vervolgd wordt, kan erover meepraten. Juist waar je met hart en ziel verbonden bent aan de missie van een organisatie, doet verschil van visie erg veel met mensen.

Daar kwam een mooie reeks van drie artikelen in het Nederlands Dagblad bij, waar de vinger gelegd werd bij de onderzoeksmethode voor de ranglijst. Volwassen journalistiek sluit behalve royale aandacht voor het nieuws een kritische blik naar de totstandkoming van de Ranglijst niet uit. Die kritiek raakte aan een wereldwijd aanvaarde definitie van vervolging, aan het verschil in omvang en inwoneraantal van de landen, aan de complexiteit van hoe de wereld in elkaar zit. Kritiekpunt was ook dat Open Doors zelf de onderzoeksmethode opzette. Terecht merkte een Groningse hoogleraar Statistiek op dat de Ranglijst niet opgesteld is als wetenschappelijk instrument, zodat het onredelijk is te verwachten dat aan alle academische criteria voldaan wordt. In elk geval kan Open Doors met opgeheven hoofd verder met haar werk, getuige de woorden van Jos Douma, tot voor kort speciaal afgezant voor religie en levensovertuiging bij Buitenlandse Zaken: ‘Open Doors is gedegen, transparant en vasthoudend. Maar ja, het is geen wetenschappelijk instituut. Open Doors heeft wel een missie.’

Afghanistan

Inmiddels is het nodig dat de nieuwe Ranglijst – en vooral de onderliggende toelichting – ons leert dat de cijfers somber stemmen én de situatie ernstiger is dan de cijfers zeggen. Het eerste heeft te maken met het gegeven dat het aantal ontvoeringen dramatisch toenam, dat christelijke vrouwen blootstaan aan verkrachting of seksueel misbruik. Denk je bij dat laatste in dat vanwege het geloof in God rebellen zich vergrijpen aan jouw vrouw, je dochter of je zus… Dat de situatie tegelijk ernstiger is dan de taal van de cijfers vertelt, komt omdat veel geweld tegen christenen niet opgemerkt of niet gemeld wordt.

Een voorbeeld is Afghanistan, het land dat in 2022 na twintig jaar Noord-Korea afloste als koploper en nu op de negende plaats staat. De daling van Afghanistan naar de negende plaats wil helaas niet zeggen dat de positie van christenen onder de taliban er beter op geworden is. Ik denk aan de documentaire over Zebulon Simentov, die ik rond de jaarwisseling zag. Simentov was de laatste Jood die Afghanistan verliet, het land dat eind negentiende eeuw een Joodse gemeenschap van 40.000 mensen kende. Nogal eens kwamen ze uit Perzië, gevlucht in reactie op gedwongen bekering tot de islam. Zo zal het christenen vergaan zijn, nadat in 2021 de taliban de controle over het land overnam. En zij die niet gevlucht zijn, zitten diep ondergedoken, onzichtbaar voor het regime. Concreet: minder ruimte voor christenen, terwijl het land negen plaatsen op de ranglijst zakte. Het maakt dat we het verhaal achter de cijfers moeten kennen.

Abel, de martelaar

De verkiezing van Israël, ze leidt tot eeuwenlange haat tegen het Joodse volk. De gemeente van Christus als een koninklijk priesterschap en een uitverkoren geslacht treft hetzelfde. Is het ooit anders geweest? Toen de HEERE acht sloeg op het offer van Abel, sloeg zijn eigen broer hem dood, werd Abel de eerste martelaar én de eerste mens in de hemel. De Heere Jezus spreekt in Mattheüs 23 over ‘al het rechtvaardige bloed dat vergoten is op de aarde, vanaf het bloed van de rechtvaardige Abel tot het bloed van Zacharia de priester’, een verwijzing naar 2 Kronieken 24:21. Beiden zijn gedood tussen de tempel en het altaar, de plaats van aanbidding en de plaats van het offer.

Voor wie concreet voorbede voor de kerk in diverse landen doen wil: Nigeria blijft het land waar de meeste christenen gedood worden, ruim 5000 van hen in één jaar, eenzelfde aantal ontvoerd en ongeveer duizend vrouwen verkracht. China spant de kroon als het gaat om digitale controle van het leven van christenen. Op internet neemt het gevaar toe om het christelijk geloof te delen. Aangrijpend hierin is dat autoritaire leiders het controlemodel van de Chinezen kopiëren en dat eenzelfde trend zichtbaar wordt in Myanmar, Turkije, Azerbeidzjan.

Hoop, omdat Hij komt

Een christen leeft van de hoop. Mooi is dan te melden dat als je erg goed kijkt, je ziet dat er voor christenen meer ruimte in het publieke leven en tolerantie komen in enkele Golfstaten, zoals de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein. Dieper gaat de bijbelse hoop, hoop die het hoofd omhoog richt naar de toekomst van Christus, naar de tijd dat de vreemdelingschap vergeten is. ‘Zie, Hij komt’, het jaarthema van de Gereformeerde Bond betrekken we op de vervolging van christenen. Om woorden aan te halen van de directeur van Open Doors: ‘Het wordt alleen maar moeilijker. Dat is een bewijs dat de dag dat de Heere terugkomt, nabij is. Daar klampen we ons aan vast.’

Op de weegschaal van God legt het tegenwoordige lijden het af tegen toekomstige heerlijkheid. Geloof en hoop gaan hier samen op.

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement. Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.