Waar bent u naar op zoek?

blog

Onderzoek spreekt over ‘levenslessen en mooie verhalen, maar ook een gesloten boek’

Christen zonder Bijbel

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
25-10-2022

Een klein percentage van de christenen leest uit de Bijbel. Een opvallende uitkomst is dit uit onderzoek. Als je deze ‘onmogelijkheid’ goed tot je door laat dringen, is het tijd voor bezinning en beleid in kerk en gezin.

‘Elke dag’ – dat is het antwoord van slechts 15,3 procent van Nederlandse christenen op de vraag of ze de Bijbel lezen. Ik dacht even aan Jeroen, de dertiger die een enkele week geleden op de camping naast me stond. Hij vertelde christen te zijn, maar hij wist eigenlijk niet ‘of er wel iets was’. Voor Jeroen ging dat samen. De vage typering van een lichte vorm van religiositeit raakte me.

Voor veel christenen in ons land gaat iets anders samen: je christen noemen en niet of nauwelijks uit de Bijbel lezen. We hebben het hier niet over gelovigen elders in de wereld die analfabeet zijn en moeten leven van het gehoorde Evangelie, over mensen voor wie in hun armoede geen Bijbel beschikbaar is. Nee, we spreken over Nederlanders die over een keur aan vertalingen kunnen beschikken en voor wie als christen het bijbelgebruik zeer beperkt is. Het is alsof je van je geliefde houdt, maar nauwelijks naar haar luistert, niet geïnteresseerd bent in zijn of haar stem, alsof haar mening er niet toe doet.

Kerkelijke deelname

Veel onderzoek naar kerkelijkheid of godsdienstigheid wordt door het Sociaal en Cultureel Planbureau uitgevoerd, representatief onderzoek onder álle Nederlanders. Denk aan de uitvoerige studie uit 2018, ‘over kerkelijke deelname en christelijke gelovigheid’. Blij word je er meestal niet van, omdat zinnen als deze domineren: ‘Vergeleken met andere Europese landen kent Nederland een hoog percentage buitenkerkelijken’, ‘Over de hele linie boetten kerken in aan gezag, bindingskracht en populariteit’, ‘Het geloof dat er een persoonlijke God bestaat, dat Christus Gods Zoon is, dat de Bijbel het Woord van God is, dat er een leven na de dood is: op alle fronten erodeert de steun voor de christelijke geloofstraditie’ – en tegelijk zijn er vonkjes van hoop, want ‘binnen de kerken gaat de jeugd het geloof in allerlei opzichten steeds meer omarmen’.

De realiteit van de kandelaar (de gemeente) die weggenomen wordt (Openb.2:5), is in het Nieuwe Testament aanwezig en de voelbare spanning erover maakt dat het appèl om te volharden klinkt. Volharding hoort bij het christenleven na Pinksteren, in het einde van de tijden.

Een gesloten boek

Bij onderzoek bínnen de kerken, onder de christenen zelf, mogen we op andere uitkomsten rekenen. Om die reden schudt het onderzoek van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap van vorige maand ons wakker. Alleen de titel al geeft te denken, ‘Levenslessen en mooie verhalen, maar ook een gesloten boek’. Voor het eerst is dit onderzoek in Vlaanderen uitgevoerd, waarbij de uitkomsten vergeleken zijn met eerder onderzoek in Nederland.

We lezen dat zestig procent van de volwassen Vlamingen zich tot het christendom rekent, maar dat slechts een op de vijf van hen de Bijbel leest. Bijna de helft leest de Bijbel nooit (47 procent) of sporadisch (20 procent). Onder de motieven van degenen die het Woord wél lezen, scoort ‘geestelijke rust vinden in een hectisch leven’ het hoogst, gevolgd door ‘(meer) mensen kunnen vergeven’. Dat laatste tekent onze tijd, zowel het jachtige van elke dag als het gepolariseerde van opvattingen.

Het leven hebben

Als mensen de Bijbel niet lezen, ontdekken ze uiteraard niet wat hét motief is om Gods Woord te openen: ‘opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam’ (Joh.20:31). In Hem schenkt de Vader eeuwig leven aan ieder die gelooft, en daartoe moet de Bijbel geopend en haar boodschap verkondigd worden. In de Reformatie ontdekten we dat met kracht.

De titel van het rapport komt uit de hoeveelheid reacties van mensen die de Bijbel wel lezen, omdat het hun hoop geeft, omdat er levenslessen door aangereikt worden. Interessant is dat christenen die de Bijbel niet lezen, dit niet nalaten omdat dit Boek moeilijk te begrijpen is of omdat ze negatieve associaties bij de Bijbel hebben. Ze ervaren een gebrek aan aanleiding om de Bijbel te lezen en menen dat dit Boek voor hun leven niet relevant is.

Kansen

Wordt de uitkomst uit Vlaanderen met ons land vergeleken, dan is het enerzijds dat Nederlanders vaker de Bijbel lezen om God te leren kennen, terwijl anderzijds in beide landen er een grote groep christenen is die de Bijbel niet of nauwelijks als bron voor hun geloof ervaart.

Gelukkig brengt het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap niet alleen het bijbelgebruik in kaart. Het wil vanuit de in Mattheüs 4 verwoorde overtuiging (‘De mens zal niet alleen van brood leven, maar van elk woord dat uit de mond van God komt’) naar kansen blijven zoeken om de ‘hoopvolle boodschap van de Bijbel bij de mensen van nu te brengen’.

Een onderzoek als dit is er voor ons uiteraard niet alleen om kennis van de uitkomst te nemen en een bijpassende emotie te ventileren. Dat veel christenen weinig de Bijbel lezen, mag leiden tot onderling gesprek, een bezinning waarin ook opbouwende voorstellen gedaan worden.

Motivatie en discipline

Opvallend is dat er in (orthodox-)christelijk Nederland veel aandacht besteed wordt aan een betrouwbare en verstaanbare bijbelvertaling, aan het uitgeven van dagboeken bij de Bijbel, aan bijbelstudieboekjes en vergelijkbare mooie initiatieven. Daarnaast is er de Bijbelvereniging, opgericht om bijbels te verspreiden in hotel en gevangenis, in vakantiewoning en ziekenhuis. Bijbelleesroosters zijn er ook, onder andere bedoeld om in een bepaald tijdsbestek de Bijbel door te lezen. Er is zelfs een ‘One Minute Bijbel’, bedoeld voor mensen die dagelijks in één minuut iets uit het Woord willen lezen, een uitgave die gelukkig ook verdiepende elementen bevat.

Hoe dan ook, op motivatie om de Bijbel te openen komt het aan, motivatie en discipline. Dat betekent dat een gezamenlijke roeping gezien moet gaan worden, een roeping voor gezinnen en families, voor kerkenraad, catechese en jeugdwerk, voor de christelijke school eveneens. Een godsdienstige ontwikkeling bij een open Bijbel loopt schade op als jeugdwerkers bang zijn om te lang met de Bijbel bezig te zijn, ‘omdat de jongeren heel de dag op school zaten en nu willen ontspannen’. De geloofsontwikkeling kan niet op gezonde wijze plaatshebben als er in families wel een cultuur is van gamen, maar niet van lezen. Het vertellen van de daden van de HEERE zal gefrustreerd worden als de christelijke school het bijbelverhaal geen prioriteit blijft geven, als leerkrachten zo weinig in hun eigen bagage hebben dat ze niet verder komen dan het voorlezen van een bijbelse geschiedenis. Ondertussen gaat het op de scholen meer dan ooit om leesonderwijs, nu laaggeletterdheid en functioneel analfabetisme (van jongeren) een maatschappelijk verschijnsel geworden zijn.

Reformatie

Over een enkele dag herdenken we opnieuw de Reformatie, die te typeren is als een terugkeer naar het Woord van God. De Reformatie zag het Woord van God als hét instrument om de kerk te hervormen, om mijn leven te vernieuwen. Het unieke gezag van de Bijbel, omdat God hierin spreekt en omdat het Woord de bron en het fundament van de kennis van God is, maakt dat de Bijbel in zijn kostbaarheid uniek is.

In onze gezinnen begint dit, bij het verlangen van ons hart dat God Zijn genade toont in ons huis. Ik denk aan de brochure die Nieske Selles-ten Brinke eerder dit jaar schreef en die als bijlage bij De Waarheidsvriend verzonden is, waarin ze ervoor pleitte om het Evangelie thuis zichtbaar te maken, zodat de Bijbel op elk moment van de dag binnen handbereik is. ‘Je kunt bijbelteksten printen en ophangen of de Bijbel op tafel leggen. Vul je hart, je huis en je hoofd met woorden van God. Hij zal het zegenen.’ Dat discipline en een investering in tijd hierbij horen, is duidelijk.

Zo leren we kinderen dat de HEERE als de God van het verbond in de Bijbel spreekt. Het ‘zegt de HEERE’ komt in het kleine bijbelboek Maleachi alleen al 24 keer voor. Jezus leerde ons dat hemel en aarde voorbij zullen gaan, ‘maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan’. Met toekomst heeft de Bijbel alles te maken.

Kerkenraad

Wijs is de kerkenraad die over de resultaten van dit onderzoek enige tijd spreekt. Wat herkennen we ervan onder ouder en jonger? En hoe investeren we in een tijd van beamers in de eigen Bijbel tijdens de eredienst, hoe leren we de jongsten in het jeugdwerk hun Bijbel gebruiken en hoe reiken we de ouderling handvatten aan om bij alleengaanden en in gezinnen over het gebruik van de Bijbel te spreken? Het is niet lang geleden dat studentenwerker Bram van Putten schreef dat de kerk en de kring voor jongvolwassenen belangrijker worden voor de kennis van de Bijbel, zodat het nodig is daar heel de Bijbel te openen, juist omdat ‘het grote verhaal dat de Bijbel vertelt’ onbekender wordt.

Tot slot, laten we veel dánken voor de Bijbel, voor een God Die spreekt. En laten we onze positieve ervaringen met de Bijbel met onze naasten delen. ‘Wat voor het vee de wei is, voor de mens de woning, voor de vogel het nest en voor de gems de rots – dat is voor de gelovige de Heilige Schrift.’ (Maarten Luther)

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 49,95). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.