
Als God de grote afwezige is in ons bestaan, moeten we zelf de zin ervan ontdekken. Dat blijkt een onhaalbare opgave te zijn. De schepping verliest haar poëzie en we blijven over met een “gespleten wereldbeeld”.
Mijn dochter van 15 zit in het laatste jaar van VMBO-TL en een van de vakken uit haar pakket is Beeldende Vorming. Het examen voor Beeldende vorming kent een jaarlijks wisselend thema. Vorig jaar was dat “In actie!”, dit jaar is het thema “De mens, de maat”. In een begeleidend magazine krijgen de leerlingen voorbeelden te zien van kunstwerken die aan het betreffende thema raken en die hen inspiratie kunnen bieden bij het maken van een eigen ontwerp.
Orde en regelmaat
Zo biedt het magazine dit jaar een afbeelding van de beroemde Rood-blauwe stoel van de Utrechtse architect en meubelmaker Gerrit Rietveld, die, weet ik uit eigen ervaring, niet uitnodigt tot lekker luieren. ‘Zitten is een werkwoord’ antwoordde Rietveld als mensen zich bij hem beklaagden dat zijn stoelen niet lekker zaten. De stoel heeft dus wel een menselijke maat maar dan een die vraagt om een actieve zithouding.
Een ander voorbeeld betreft de kloosterkerk van abdij Sint Benedictusberg in Mamelis (Limburg), ontworpen door de architect en monnik Hans van der Laan (1904- 1991). Van der Laan baseerde zijn ontwerpen op een wiskundig systeem van regelmatige maatverhoudingen. Zulke vormen, zorgen, volgens hem, voor orde en regelmaat die de mens helpen zijn geest tot rust te laten komen.
Het thema “De mens, de maat” is afgeleid van de uitspraak “De mens is de maat van alle dingen.” Het zijn bekende woorden en ze klinken opvallend hedendaags. Deze woorden werden reeds zo’n 2500 jaar geleden opgetekend door de Griekse filosoof Protagoras (ca 490 – 420 v. Chr.). Van zijn geschriften zijn ons maar enkele fragmenten overgeleverd wat het lastig maakt om te begrijpen wat hij precies bedoelde. Vandaar dat je ze zowel in verband kunt brengen met een leunstoel die een actieve luisterhouding af wil dwingen als met een kloosterkerk die bijdraagt aan het tot rust komen van de menselijke geest.
Gespleten wereldbeeld
Mijn idee is dat Protagoras zoiets bedoelde als: de mens – of de mensheid – is de enige die voor zichzelf kan bepalen wat goed of slecht is, waar of niet waar. De goden kunnen ons niet helpen, zegt Protagoras in een ander fragment, want, of ze nou wel of niet bestaan, we weten niets van hen. Zíj kunnen dus onze maatstaf niet zijn. We zullen het met onszelf moeten doen.
Met de Verlichting in de achttiende eeuw zijn deze zaadjes van Protagoras tot volledige bloei gekomen. Het heeft geleid tot wat de Britse nieuw-testamenticus N.T. Wright noemt een ‘gespleten wereldbeeld’. Het gespletene zit erin dat God en wereld van elkaar zijn losgemaakt. God hebben we opgesloten in een denkbeeldige hemel en wij houden ons alleen nog met de wereld bezig. Met dat God uit dit wereldbeeld verdwenen is, is al het goede, het ware en het schone subjectief geworden, privé, niet interessant voor het publieke debat of voor wetenschappelijk onderzoek.
Maar het alleen-op-de-wereld zijn, is een last die voor de meeste mensen te zwaar is om te dragen. De menselijke rede is vernuftig genoeg om telkens allerlei technologische hoogstandjes uit te vinden. Maar het ontwerpen van een gemeenschappelijke moraal als bindmiddel voor de samenleving wil maar niet lukken. En zelf betekenis verlenen aan ons bestaan om ons uit onze existentiële eenzaamheid te verlossen, blijkt ook geen sinecure. De vlucht in consumentisme, het platte vermaak van de massacultuur en de onophoudelijke afleiding van TikTok en Netflix bieden een makkelijker uitweg.
William Blake
Iemand die wel wist dat “het hart zijn redenen heeft die de rede niet ken” – de woorden zijn van Blaise Pascal – was de Engelse dichter en schilder William Blake. Ergens tussen 1795 en 1805 maakte hij een schilderij van de grote natuur- en wiskundige Isaac Newton, bekend om zijn ontdekking van de zwaartekracht. Op het schilderij is Newton naakt afgebeeld, zittend op een uitsteeksel van een met algen begroeide rots, bezig om met behulp van een passer een driehoek uit te tekenen op een boekrol. De gebogen gestalte is zozeer in beslag genomen door zijn eigen ontwerp dat hij zich onbewust is van het natuurschoon van de rotsformatie achter hem.
De vormen van de vingers zijn bijna identiek aan die van de passer, wat de suggestie wekt dat de wetenschapper Newton zich nauwelijks onderscheidt van zijn wetenschappelijk instrumentarium. Eigenlijk lijkt zijn hele lichaam wel een verzameling van geometrische vormen.
In zijn werk keerde Blake zich tegen de eenzijdige nadruk op de rede in het Verlichtingsdenken. Die nadruk op de rede leidde, zijns inziens, tot een obsessie met de wereld als object van wetenschappelijk onderzoek en de aanmatigende idee om de geheimen van het universum in kaart te kunnen brengen. De fixatie op wenschappelijke wetmatigheden maakt blind voor de natuur als product van schepping, creativiteit en goddelijke creativiteit. Ze zorgt er bovendien voor dat de mens meer en meer in zichzelf gekeerd raakt.
In zijn Notebook, een verzameling van tekeningen, schetsen en vroege versies van gedichten, wijdt Blake enkele veelzeggende versregels aan Newton. Een ervan luidt:
Reason says ‘Miracle’, Newton says ‘Doubt’
De rede zegt ‘Wonder’, Newton zegt ‘Twijfel’
Als we de menselijke rede verengen tot instrument voor wetenschappelijke experimenten, verliezen we het zicht op het wonder van het bestaan. Paradoxaal genoeg is dan twijfel ons deel. Wetenschappelijk uitspraken geven namelijk geen antwoord op de vraag die er het meest toe doet: het waarom van ons bestaan.
God-doorademde werkelijkheid
Wellicht klinkt dit rijkelijk abstract maar laten we het eens vergelijken met hoe de psalmen zich uitspreken over de schepping.
Hij hult Zich in het licht als in een mantel,
Hij spant de hemel uit als een tentkleed.
Hij maakt de zoldering van Zijn hemelzalen op de wateren,
Maakt van de wolken Zijn wagen,
Wandelt op de vleugels van de wind. (Ps.104:2-3)
De jonge leeuwen brullen om een prooi
En verlangen van God hun voedsel.
Wanneer de zon opgaat, trekken ze zicht terug
En leggen zich neer in hun holen. (Ps.104:21-22)
Loof de HEERE vanaf de aarde,
Zeemonsters en alle diepe wateren,
Vuur en hagel, sneeuw en damp,
Stormwind, die Zijn woord doet. (Ps.148:7-8)
Hier lezen we – in dichtvorm (!) – over een door God bezielde en doorademde werkelijkheid, een werkelijkheid die zelf poëtische trekken vertoont, waarin zelfs ‘vuur en hagel, sneeuw en damp’ worden ingeschakeld om God lof te brengen.
De door Blake verbeelde Newton heeft geen oog voor de hemel die Gods eer vertelt en voor het gewelf dat het werk van Zijn handen verkondigt. (Ps.19:2). Niet voor niets was Blake bewonderaar van de zeventiende-eeuwse Engelse dichter John Milton die in zijn Paradijs Verloren de mens schildert zoals God hem voor ogen had:
Toch zag de Zesde Dag ál d’arbeid niet voltogen:
Nog faalde ‘t Meesterstuk van ’t God’lijk Alvermogen,
De kroon der Schepping, haar volmaking en haar doel,
Een schepsel, dat, begaafd met zeed’lijk zelfgevoel
En goddelijk verstand, het hoofd naar Hooger sfeeren
Omhoog hief, en heel de Aard als koning kon regeeren,
Een heil’gen omgang met den Hemel smaken kon,
En dankbaar opzien tot de Levendige Bron
Van alle Leven, om met hart en stem en leven
De Aartsgoedertierenheid aanbiddend de eer te geven,
Die hem tot Ondergod der Aarsche Schepping kroont!
(Paradijs Verloren, VIII,272-282; vertaling J.J.L. ten Kate)
“Hooger sfeeren”
De mens die, ‘het hoofd naar Hooger sfeeren / Omhoog hief’ en die ‘Een heil’gen omgang met den Hemel smaken kon’ is het tegenbeeld van de in zichzelf gekeerde Newton. Die in zichzelf gekeerde mens was al eeuwen geleden door de kerkvader Augustinus gekarakteriseerd als incurvatus in se, letterlijk vertaald “ingebogen in zichzelf”. Het roept het beeld op van de foetus in de moederschoot maar Augustinus bedoelt woorden te geven aan hoe de door de zonde aangetaste mens neigt naar zelfliefde, naar navelstaren, naar wroeten in zichzelf.
De leunstoel van Rietveld is als reproductie nog steeds te koop. De “actieve luisterhouding” die hij ermee op het oog had, kan ons helpen alert te zijn op het spreken van God. De abdij Sint Benedictusberg in Mamelis is nog steeds te bezoeken. Zo’n bezoek kan helpen tot rust te komen en de stilte te ervaren die we nodig hebben om te weten dat de menselijke maat verankering behoeft in de goddelijke scheppingsorde zoals die ook in de geometrie zichtbaar wordt.
Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!