Waar bent u naar op zoek?

Een troon in het midden

ds. G.M. van Meijeren
Door: ds. G.M. van Meijeren
15-10-2020

En zie, er stond een troon in de hemel, en op de troon zat Iemand. Openbaring 4:2b

Johannes krijgt een kijkje achter de schermen van het wereldtoneel. Wat is er nu werkelijk aan de hand op het veld van de geschiedenis? Door mee te kijken zien ook wij verder dan de waan van de dag.

Waar het om draait, is een troon en daarop – letterlijk – ‘een Gezetene’. Een in hoogheid gezetene, de allerhoogste Majesteit. Wie Hij is, laat zich raden, maar blijft vooralsnog in het midden. Blijkbaar is Hij Die op de troon zit, voor ons niet te bevatten. Je kunt alleen bij benadering iets over Hem zeggen. De God van Israël, Wie is als Hij?

Een en al licht

Johannes kijkt: een en al licht. Het is oogverblindend. Het licht weerkaatst in de pracht van stralende diamanten, van jaspis, edelgesteente van schitterend witlicht en sardius, een steen van fonkelend rood. Alles blinkt van Zijn glorie. God enkel licht, Wie kan Hem zien en in leven blijven?

Uit de troon komen bliksemschichten, donderslagen en stemmen. Heel imponerend. Het boezemt ontzag in. Psalm 96 resoneert. ‘Beef voor Zijn aangezicht, heel de aarde (…) want Hij komt, want Hij komt om de aarde te oordelen. Hij zal de wereld oordelen in gerechtigheid en de volken met Zijn waarheid.’ De zeven vurige fakkels vóór de troon spreken boekdelen. Het zijn de zeven Geesten van God, de volheid van de Heilige Geest. Hij stuwt wat God spreekt, de wereld in, zodat wij het gaan horen.

Regenboog

Johannes kijkt. Rondom de troon ziet hij nog iets: een regenboog, als een groene smaragd. Genesis 9 gaat open. God zegt: ‘Noach, als de regenboog in de wolken is, zal Ik hem zien, en denken aan het eeuwig verbond tussen God en alle levende wezens van alle vlees dat op de aarde is.’ (Gen.9:16) De regenboog is het teken van Zijn trouw aan de schepping, dwars door de tijd. Te midden van de bliksemstralen en donderslagen staat een regenboog. Met andere woorden, als God komt om recht te spreken op aarde – Luther zou zeggen: ‘als Hij Zijn linkerhand gebruikt’ – dan strekt Hij ook altijd Zijn rechterhand uit. Het is de hand die redt en bewaart. Met deze hand draagt Hij de schepping door het oordeel heen, zoals Hij deed met Noach en de dieren in de ark. De 24 ouderlingen, die in een kring om de troon zitten, zijn bekleed met witte kleren en hebben een gouden kroon op hun hoofd. Zij symboliseren het begin van Gods nieuwe wereld, de gemeente uit Israël en de volkeren in het stralende licht. Ze zijn ook door het oordeel heen gekomen. Ze hebben de overwinning behaald op de machten van het kwaad, die de wereld teisteren. Is dat, omdat ze zo gelovig waren? Zo bekeerd? Zo heilig? Nee. Gereinigd zijn ze, door het bloed van het Lam. Gekroond zijn ze, met Zijn overwinningskrans. Dat is pure genade. Ze zijn als Israël door het water van de Rode Zee heen getrokken en droogvoets aan de overzijde gekomen. Ze zijn gered.

Ook die zee krijgt Johannes te zien. ‘Vóór de troon een glazen zee, als kristal.’ (vs.6) Ruwe golven waren het, maar nu zijn ze gestold tot ijskristallen. De zee is in de Schrift beeld van de dood, van de verwoestende kracht van het kwaad. Waar God rechtspreekt en rechtdoet, wordt die zee doorzichtig en vlak. Het raadsel van de verbijsterende geschiedenis wordt opgehelderd. Onrecht blijft niet ongewroken.

Loflied

Het kan niet uitblijven. Wat Johannes ziet wordt opgenomen in een geweldig loflied van schepping en gemeente op ‘de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is en Die komt!’ (vs.8) Achter de schermen van het wereldtoneel is er Eén Die regeert. Hij zit. Hij blijft rustig te midden van de woelende baren, maar niet op afstand. Integendeel, Hij is een en al beweging. Hij kómt.

‘Kom hier, omhoog!’ krijgt Johannes van Christus te horen (vs.1b) en door de Geest geleid kijkt hij zijn ogen uit. Prediking en sacrament zijn uit op hetzelfde: de harten omhoog. ‘Want uw leven is met Christus verborgen in God.’ (Kol.3:3) Zo krijgt de hemelse liturgie stem hier op aarde. Zij vat post in ons bestaan. Wij ademen op.

In het duister van de tijden

ben ik nooit alleen geweest,

want God gaf mij ten geleide

op mijn wegen woord en Geest.

Ja, de Heer doet mij geloven,

Hij ontstak in mij het licht

van het innerlijk gezicht, –

dat zal dood noch duivel doven.

Alle dingen hebben tijd,

maar Gods liefde eeuwigheid.

ds. G.M. van Meijeren
ds. G.M. van Meijeren