Waar bent u naar op zoek?

Ergernis tijdens doopdienst

Jan Waanders
Door: Jan Waanders
10-06-2021

De dienst was nog wel zo feestelijk begonnen. Wat wil je ook? Er werd een jongen gedoopt, we hadden er samen met hem naar toegeleefd. Op het laatste moment was zijn moeder, een straatprostituée, opgedoken en had het woord gevraagd. Ze bad het Onze Vader. En ik was niet blij.

Daarover zo meer, maar eerst dit: vanuit missionairdiaconaal centrum ‘Het Pand’ in de Korrewegwijk in Groningen organiseren we regelmatig een sport- en spelweek. Het evenement is zeer populair bij de kinderen in de achterstandswijk. Een leuk verzetje als je wel vakantie hebt, maar niet met vakantie gaat, vanwege de financiële situatie thuis.

Joëlle (9) was ook van de partij bij de sport- en spelweek. We kennen hem al jaren van de kinderclub en de zondagse vieringen voor buurtbewoners. Langs de lijn vroeg zijn pleegvader of ik misschien een kinderbijbel voor hem had. Tuurlijk, daarvoor hebben we altijd een stapeltje liggen.

Toegeëigend

Ongeveer een jaar later hoor ik dat hij zijn pleegkinderen er dagelijks uit heeft voorgelezen. Na de laatste bladzijde begonnen ze gewoon weer van voor af aan. Tijdens de kinderclub was de leergierigheid van Joëlle me al opgevallen. Zelfs aan z’n lichaamstaal kon je aflezen dat hij de bijbeluitleg gretig opslurpte.

De vraag van de jongen of hij misschien gedoopt kon worden, verraste me dus niet. We maakten afspraken voor een serie gesprekken, eenvoudige doopcatechese. Al bij de eerste avond bleek dat het ventje niet alleen veel wist van het Evangelie, maar dat hij het zich ook had toegeëigend. Hij mocht ook een leerling zijn van Jezus, Die hem een nieuw leven en een nieuwe toekomst gaf. In een vervolggesprek hebben we samen de doopdienst voorbereid.

Ongepast

Vlak vóór de aanvang van de viering, meldde zich als uit het niets opeens zijn moeder. Een schriele vrouw, Indonesisch-Nederlandse. Iedereen in de buurt kent haar, een verslaafde prostituée. Ze schoot me aan. ‘Mag ik ook nog iets doen?’ Overrompeld door het onverwachte verzoek stemde ik toe. Toen Joëlle uit het doopwater stapte, liep ze naar voren en bad het Onze Vader, in het Latijn.

Ergernis schoot in me omhoog. Was dit niet hoogst ongepast? Deze jongen heeft in zijn leven zoveel moeten missen en moest zij hier nu even ‘de show komen stelen’? Het paste niet in het ideale plaatje dat ik me van de dienst had gevormd.

Ruzie

Later kreeg ik ruzie met mezelf. Wat was er nu méér ongepast dan mijn reactie? Het was een hoogtepunt in het leven van de jongen. Zijn moeder was erbij. Die gaf wat ze had – en dat was niet veel. Ze bad het gebed dat Jezus Zijn leerlingen heeft geleerd. Zou God dat zaad in haar hart geplant hebben? Zou dat ook reden kunnen zijn om me te verwonderen en te verheugen? Zou de doop van haar zoon ook een keerpunt in haar leven kunnen betekenen? Was ik dan misschien ontstemd over de ruimhartigheid van God?

In de periode na de dienst hebben we contact met haar gezocht, ook om gewoon met elkaar om te gaan. Wat bleek? Ze wilde graag schoon schip maken. Met een groep vrijwilligers hebben we haar huis geschilderd. Er hing een kruisje aan de muur. Als ik er langs fiets, denk ik aan de les die ik van haar heb geleerd. Zout je oordeel eerst ’s een tijdje op. Wij zijn allemaal schepselen van God en de een is wat verder op de weg van geloof dan de ander.

Jan Waanders
Jan Waanders