Waar bent u naar op zoek?

Inkeer en bloei

Dr. R.W. de Koeijer
Door: Dr. R.W. de Koeijer
18-08-2022

Stel dat je voortaan alleen over het geloof spreekt. Stel dat je bekering voortaan niet meer noemt. Wat zou je dan missen? Je kunt het ook anders vragen: Wat voegt bekering toe aan geloof?

Je raakt veel kwijt als bekering vervaagt of zelfs verdwijnt. In de Bijbel krijgt het woord immers een centrale plaats. Bekering komt daar in totaal ten minste duizend keer voor en is dan ook echt een kernbegrip. In enkele artikelen letten we op de plaats van bekering in de Bijbel en op wat we hiervan kunnen leren. Allereerst luisteren we naar het Oude Testament, want daar komen we bekering overal tegen.

Offers

Laten we twee voorbeelden uit de Thora, de vijf boeken van Mozes, wat beter bekijken. Het eerste voorbeeld komt uit Leviticus. Bij het schuldoffer en het zondoffer, die in Leviticus 4 en 6 centraal staan, vinden we bekering. Deze offers bepaalden de Israëlieten namelijk bij de ernst van hun zonden en bij de noodzaak van geestelijke zuivering en vernieuwing. Maar via de genoemde offers konden ze naar de Heere terugkeren en in gemeenschap met Hem leven. De bedoeling was natuurlijk niet dat zond- en schuldoffer alleen als uiterlijke rituelen functioneerden. Het ging om het herstel van de relatie met God en daarbij hoorden berouw en geestelijke inkeer. Wat bij zonden schuldoffer in de persoonlijke sfeer plaatsvond, gebeurde op de jaarlijkse Grote Verzoendag in het midden van het hele volk (Lev.16). Deze indrukwekkende dag was bedoeld als een markering in de jaarcyclus door een gezamenlijk moment van inkeer en geestelijke vernieuwing.

Het tweede voorbeeld is te vinden in Deuteronomium, het boek waarin bekering het sterkste naar voren komt. In Deuteronomium 4 roept Mozes het volk op om serieus met Gods verbond om te gaan. Daarbij wijst hij vooruit naar de tijd dat de Israëlieten vanwege hun ongehoorzaamheid het beloofde land moeten verlaten. Maar in de ballingschap zullen ze de Heere met heel hun hart zoeken en de afgoden loslaten (Deut.4:29-30). Als ze naar Hem terugkeren, zal Hij hen genadig zijn.

Profeten

Bekering kom je met name tegen bij de profeten, die Israël keer op keer tot verandering oproepen. Neem Jeremia. Als deze profeet de Israëlieten tot bekering roept, bedoelt hij dat ze de afgoden en andere zondige praktijken moeten loslaten en terugkeren naar God en Zijn geboden. Een voorbeeld is Jeremia 4:1-2: ‘Als u zich bekeert, Israël, spreekt de Heere, bekeer u dan tot Mij, en als u uw afschuwelijke afgoden wegdoet voor Mijn aangezicht, en niet meer rondzwerft, en als u zweert: Zo waar de Heere leeft in waarheid, in recht en gerechtigheid, dan zullen de heidenvolken zich in Hem zegenen en zich in Hem beroemen.’ Wat komt er terecht van Jeremia’s profetische oproep? De boodschap brengt geen echte verandering teweeg bij het volk. Daarom zal het oordeel van de ballingschap komen. Toch zal de Heere daarna zorgen voor een nieuwe heilstijd van reiniging en vernieuwing (31:31-34).

Neem een andere profeet: Joël. Bij hem hoor je twee hoofdmotieven om terug te keren naar de Heere: oordeel en genade: ‘Groot is immers de dag van de Heere en zeer ontzagwekkend. Wie zal hem kunnen verdragen? Ook nu echter, spreekt de Heere, bekeer u tot Mij met heel uw hart (…) Bekeer u tot de Heere, uw God, want Hij is genadig en barmhartig, geduldig en rijk aan goedertierenheid.’ (Joël 2:11-14) Deze oproep tot bekering klinkt bijzonder ernstig en indringend, omdat Gods oordeel op het volk dreigt te vallen. Tegelijk hoor je hem getuigen van Gods genade, want daarin ligt de enige hoop als het aanstaande onheil op het volk zal vallen.

Na de ballingschap blijft de boodschap van bekering doorklinken, zoals bij de profeet Zacharia. Blijkbaar blijft de zonde een hardnekkig probleem in Israël. Toch zal er geestelijke inkeer plaatsvinden als de Heere Zijn Geest uitstort, en als vrucht daarvan zullen innerlijke reiniging en nieuwe gehoorzaamheid onder het volk bloeien (Zach.12:10-13:2).

Smeekbedes

In de overige boeken van het Oude Testament komt bekering ook naar voren. Denk aan de gebeden in Klaagliederen, na de verwoesting van Jeruzalem, maar ook bij Ezra, Nehemia en Daniël. Daarin hoor je schuldbelijdenissen en smeekbedes om geestelijk herstel. Op een andere manier is het thema aanwezig in het boek Kronieken, want daar worden verschillende koningen als voorbeelden van bekering getekend. Na zijn zonde van de volkstelling komt David tot inkeer (1 Kron.21:17,26).

In het gebed van Salomo bij de inwijding van de tempel stelt hij de terugkerende vraag of God wil omzien naar het volk als het zich bekeert van zondige wegen (2 Kron.6-7). Een indringend voorbeeld van een koning die zich tot God bekeert, is Manasse. Na een losbandig leven komt hij in de gevangenis tot geestelijke verandering, waarop hij daarna een nieuwe regeringsperiode mag ingaan (2 Kron.33:12-20).

Verbondsrelatie

Wat leert dit korte overzicht van bekering in het Oude Testament? Ik noem drie dingen. Ten eerste kun je de plaats en betekenis van bekering alleen begrijpen binnen de verbondsrelatie tussen de Heere en Zijn volk. Omdat God met Israël uit liefde een verbond heeft gesloten, vraagt Hij wederzijdse liefde en gehoorzaamheid. De keerzijde hiervan is het verbod om afgoden te dienen, zoals in het eerste gebod van Gods wet doorklinkt.

Helaas is de zonde zo sterk aanwezig dat afgoden het volksleven regelmatig beheersen. Israël verdient dan ook dat de Heere de verbondsrelatie opzegt. Maar het terugkerende wonder is dat Hij dit niet doet. Hij roept het volk terug naar Hem, wat alleen mogelijk is als Israël radicaal breekt met afgoderij en alle andere vormen van kwaad. Tegelijk kan deze breuk pas echt plaatsvinden als het volk tot inkeer komt, naar de Heere terugkeert en een nieuwe relatie met Hem aangaat.

Binnen- en buitenkant

Ten tweede zit er aan bekering een buitenkant en een binnenkant. Het gaat om een zichtbare breuk met concrete zonden en vooral met de afgoden. Het positieve doel is een bewuste toewijding aan de Heere, die te zien is aan een levensstijl volgens Gods geboden. Deze bekering aan de buitenkant komt op uit een noodzakelijke vernieuwing van hart. Als verandering namelijk alleen een uiterlijke zaak is, kan het hart toch nog vastzitten aan de afgoden. Daarom zoekt de Heere naar ‘waarheid in het binnenste’. Deze innerlijke bekering is te proeven in verschillende boetepsalmen. In Psalm 51 bijvoorbeeld belijdt David zijn schuld voor God en bidt hij om vergeving en vernieuwing. Hij beseft dat offerrituelen op zichzelf bij God niet de doorslag geven, maar alleen een verbroken geest. In Psalm 143 proef je ook geestelijke inkeer en tegelijk hoor je het gebed om vergeving. Verder weet David zich afhankelijk van Gods hulp en leiding om tot een leven van oprechte en daadwerkelijke toewijding te komen. Bekering heeft dus de binnenkant van berouw, schuldbelijdenis en het gebed om verandering. Daarbij kunnen bepaalde rituelen een rol spelen, zoals bij Ezra, Nehemia en Daniël: het scheuren van kleren en het strooien van as. Juist deze uitingen laten zien dat de bidders zich helemaal op God richten om een bekeerd leven te kunnen leiden.

Oordeel en genade

Ten derde is er een dubbel motief voor bekering. Op de vraag waarom bekering eigenlijk nodig is, wijst het Oude Testament aan de ene kant op Gods oordeel. Ernstig waarschuwt de Heere voor de dag waarop Hij de zonde zal straffen. Op deze manier wil Hij Zijn volk wakker schudden en prikkelen om een andere levensrichting in te slaan. Na een lange tijd van waarschuwingen volgt inderdaad het oordeel over Israël. Aan de andere kant staat bekering in het licht van Gods genade, goedheid en trouwe zorg voor Zijn volk. Hoeveel heeft de Heere niet gedaan voor Israël? Uitgeleid uit Egypte, in het beloofde land gebracht en verzorgd van al het goede. Niemand kan Hem dan ook de schuld geven dat het volk van Hem is afgedwaald. Bovendien staat Hij klaar om ieder te vergeven die zich tot Hem bekeert. Gods oordeel en genade vormen dus een dubbele prikkel om Hem te zoeken en de afgoden los te laten.

Bekering onmogelijk?

Misschien blijft iemand met de vraag zitten: Kan een mens zich eigenlijk wel bekeren? Het lijkt van wel, als je let op de gebiedende wijs. Vaak immers klinkt de profetische roep die naar Israël toekomt, als een gebod: Bekeer u! Het is net alsof er voortdurend een krachtige klop op de deur valt die zegt: Doe open! Inderdaad zijn de Israëlieten helemaal verantwoordelijk om te reageren op Gods roepstem.

Toch wordt steeds duidelijker dat je bekering niet van het volk hoeft te verwachten. Je komt dit pessimisme bij de profeten tegen, maar ook in psalmen die de geschiedenis van Israël tekenen (Ps.78; 106). Daarom wordt uitgezien naar een ingrijpen van God. Gelukkig laten profeten als Jeremia, Ezechiël en Zacharia dit ingrijpen van God als een hoopvolle belofte horen. Dankzij Gods genade zal ook bekering werkelijkheid worden.


Gespreksvragen

1. Waarom komt bekering zo vaak ter sprake in het Oude Testament?

2. Wat leer je via het woord bekering over Gods weg met Israël?

Dr. R.W. de Koeijer
Dr. R.W. de Koeijer