Waar bent u naar op zoek?

column

Onze viskom

05-06-2018

Als een vis in het water... ja, zo voelen we ons meestal in het werk dat we mogen doen. We hebben in een ander land van ons huis een thuis gemaakt.

We hebben vriendelijke mensen in onze omgeving wonen, we spreken de taal en we weten een plekje niet ver bij ons vandaan waar we heerlijk kunnen eten. We zijn erg blij met het werk dat we mogen doen. Het is hard werken, dat wel – maar het is en blijft een vreugde om bezig te mogen zijn met de grote opdracht. 

Maar soms, heel soms, besef je dat je niet in de zee zwemt, maar in een glazen kom. Want soms stoot je je neus tegen de glazen wand. Je stoot hem als je die angst in je hart voelt opkomen wanneer de politie voor je deur staat. Zomaar, om te controleren wie er in je huis wonen. Je stoot je neus als je ziet dat er weer nieuwe camera’s zijn opgehangen. Je stoot hem wanneer je hoort dat mensen zoals jij geen visum meer krijgen en het land binnen tien dagen moeten verlaten. Je stoot hem als je hoort dat je vrienden gedurende enkele uren ondervraagd zijn door de politie. Je stoot hem als mensen je op je hart drukken niet je telefoon mee te nemen, zodat niet achterhaald kan worden waar je bent. 

Zo af en toe mag je uit de kom op verlof naar de zee. En pas als je uit die kom bent, besef je een beetje wat je hebt achtergelaten. Op een of andere manier wordt er iets van je schouders gehaald als je in de zee mag zwemmen. Een zee van open evangelische boekwinkels. Een zee van een variatie aan kerken en richtingen. Een zee zonder ogen die je altijd zien zwemmen. Een zee waarin je niet die buitenlandse vis bent, maar waar je je heerlijk kunt verschuilen in een grote school. Daar genieten we van. Maar, omdat we geroepen zijn om vissers van mensen te zijn, springen we na die weldadige zee toch weer met vreugde in onze glazen kom.

Marieke den Butter