In de vergadering van de generale synode op 17 en 18 november in Lunteren stonden Israël en het huwelijk op de agenda. Daarnaast sprak de synode over de opleidingseisen van de dienaren van het Woord. Moet iedere voorganger, predikant én pastor, straks een master voltooien?
Of volstaat voor een hbo-opgeleide pastor een niveau lager ook? De synode weet nog niet wat de juiste richting is. Om die te bepalen, komt er een extra vergadering in januari of februari.
PThU
In een notitie over de verhouding tussen de synode en de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) benadrukt de raad van toezicht dat de PThU als een door de overheid bekostigde universiteit zelfstandig moet zijn. Tegelijk is zij als onderdeel van de kerk ook gebonden aan de kerkorde. De notitie benadrukt dat de synode niet op de stoel van de raad van toezicht moet gaan zitten.
Tijdens de discussie blijkt dat slechts twee derde van de docenten en hoogleraren aan de PThU voldoen aan de kerkordelijke voorwaarde dat zij vier jaar predikant geweest zijn. Dat percentage staat onder druk door de hoge academische eisen en het zal in de toekomst waarschijnlijk alleen maar lastiger worden om wetenschappelijk gekwalificeerde kandidaten te vinden die ook predikant geweest zijn.
Dat lijkt mij voor de Gereformeerde Bond een reden om te blijven investeren in jonge predikanten die willen promoveren, en in gepromoveerde predikanten die wetenschappelijke artikelen willen publiceren. Naar aanleiding van vragen over het tweejaarlijks verslag van de raad van toezicht erkent de voorzitter, mr. J.P.H. Donner, dat het roerige jaren geweest zijn en dat de kwaliteit van het onderwijs een punt van zorg is.
Lutherse traditie
Bij de bespreking van het project Duurzaam Luthers komt de opleiding van de predikanten opnieuw aan de orde. Bij de lutherse synode leeft de wens om de Lutherana een structurele plaats in de opleiding te geven, zodat alle studenten van de PThU ook toegerust zijn om een lutherse gemeente te dienen.
Het bewaken van de lutherse traditie is een taak voor de kerk als geheel en wat mij betreft mogen de hervormd-gereformeerden zich daar ook wel voor inzetten. De notitie spreekt echter slechts van het lutherse gedachtegoed, de traditie en de liturgie. Bij studenten aan de PThU zal er waarschijnlijk meer belangstelling zijn voor de lutherse theologie. Het is jammer dat de lutherse gemeenten in onze kerk niet orthodoxer zijn.
Predikant en pastor
Wie dominee wil worden in de Protestantse Kerk, moet eerst drie jaar theologie studeren aan een bacheloropleiding in Amsterdam, Groningen, Apeldoorn, Utrecht of Leuven. Of er vanaf 2025 in Utrecht ook een bachelor van de PThU bijkomt, is nog niet zeker. Daarna volgt de driejarige predikantsmaster aan de PThU. Op de agenda staan plannen om daarnaast een weg te openen om pastor te worden in de Protestantse Kerk.
De wens om deze nieuwe route aan te bieden komt op uit de praktijk. De nood is in sommige delen van het land en met name in de noordelijke provincies groot. In veel kleine gemeenten is geen predikant werkzaam maar doet iemand met een hbo-opleiding in de theologie het werk van een dominee. Zo’n kerkelijk werker kan nu ook al een preekconsent en sacramentsbevoegdheid krijgen, maar is geen predikant.
De commissie die zich op verzoek van de synode over de opleidingen gebogen heeft, komt met het voorstel om de vierjarige hbo-opleiding (bachelor) aan te vullen met een tweejarige hbo-master. Die zou nog ontwikkeld moeten worden. Formeel hebben dan de predikant en de pastor hetzelfde werk- en denkniveau (niveau 7), al is de een meer theoretisch en de ander meer praktisch opgeleid. Beide opleidingen duren zes jaar.
In de vergadering roept dat behoorlijk wat vragen op. Lost dit de problemen op? Zal er voor de nieuwe studie wel voldoende belangstelling zijn? De Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en de PThU uiten in een brief de zorg dat er te weinig studenten zijn voor een nieuwe hbo-master en stellen voor om voor hbo-studenten aanvullende vakken aan te bieden. Het is vreemd dat Windesheim ontbreekt. Deze hbo-instelling in Zwolle is namelijk ook betrokken bij de plannen van de synode.
Maatwerk
Het wordt op deze synodevergadering nog niet duidelijk waar de kerk naar toe moet met de plannen voor een pastor naast de predikant. Ds. A.N. van der Wind (Kerkwijk) stelt in een motie voor om niet mee te gaan met het gelijkschakelen van het opleidingsniveau van de profielen van pastor en predikant. Ds. M. van Heijningen (Alblasserdam) geeft in overweging om kerkelijk werkers met acht jaar ervaring als voorganger beroepbaar te stellen als predikant. De synode is verdeeld, een vijfde voelt voor de voorstellen in de voorgelegde notitie uitwerking beroepsprofielen, ruim een derde voor de motie-Van der Wind en de rest, het grootste deel, weet het nog niet. Ik reken mijzelf tot de laatste categorie.
Het nijpendste probleem is dat van de huidige kerkelijk werkers. Het moderamen had er goed aan gedaan om ook een update te geven van de commissie die over hun rechtspositie nadenkt. Nu werd de discussie over de opleiding vertroebeld door de onzekerheid over de huidige kerkelijk werkers die de facto het werk van een predikant doen.
Zelf heb ik de indruk dat de kerk met een geheel nieuwe opleiding tot pastor te ambitieus is. Het lijkt mij veel beter om de academische opleiding van predikanten als norm te handhaven en tegelijk voor kerkelijk werkers met een hbo-opleiding maatwerk te leveren. Er is al een commissie voor de toelating tot het ambt op grond van singuliere gaven. Deze commissie of een andere commissie zou voor kerkelijk werkers uit kunnen gaan van een ‘ja, mits…’ – in plaats van een ‘nee, tenzij…’ De PThU zou vervolgens maatwerk kunnen leveren met betrekking tot een aanvullende opleiding van een of twee jaar, die de kerkelijk werkers in deeltijd kunnen volgen. Daarin zou dan in ieder geval enige kennis van de grondtalen kunnen zitten.
Er spelen hier ook principiële vragen over het ene ambt van de dienaar van het Woord dat niet opgesplitst mag worden in tweeën: een pastor die geen predikant is en een predikant die zich geen pastor mag noemen. In april 2024 zullen hierover definitieve beslissingen genomen moeten worden.
Antisemitisme
Het wordt stil in de zaal als Eddo Verdoner, Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB), het woord krijgt en ons vertelt over de gevolgen voor de Joodse gemeenschap in Nederland van de pogrom van Hamas op 7 oktober.
Al tijdens de coronacrisis groeide het aantal meldingen van antisemitisme, met name op social media. Nu zijn er echter ook ouders die hun kinderen thuishouden van school, en kinderen die met de Joodse feestdagen geen vrij willen nemen, omdat ze niet willen dat hun klasgenoten erachter komen dat zij Joods zijn. Er is sprake van doodsbedreigingen door klasgenoten. Er zijn mensen die uit angst de mezoeza (een tekstkokertje) van hun deurpost halen. De oorlog tussen Hamas en Israël werkt door in Nederland.
Welke bijdrage kunnen we als kerk leveren om dit te doorbreken? Soms zit dat in de kleine dingen. Ds. R.J.K. Veenstra (Almere) vertelt van haar zoon die samen met een Marokkaanse vriend naar het Joods Historisch Museum ging. Uit het onderzoek naar het bestrijden van antisemitisme binnen de Protestantse Kerk blijkt dat 14 procent zegt tijdens preken weleens een negatief beeld over Joden te horen. De scriba, dr. R. de Reuver, merkt op dat preken soms ook tot antisemitische gedachten kunnen leiden en vraagt zich af wat er misgaat bij de uitleg van de bijbelteksten.
De synode brengt op zaterdag een verklaring uit die de hartelijke verbondenheid en diep medeleven met de Joodse gemeenschap tot uitdrukking brengen. Het is mooi dat de landelijke kerk hierin een krachtig signaal tegen het veelkoppige monster van het antisemitisme laat horen.
Huwelijk en seksualiteit
Vorig jaar diende ouderling C.M. Molenaar (Veenendaal) een verzoek in tot een gesprek in de synode over ‘seksualiteit, genderidentiteit, huwelijk en relaties’. Een werkgroep heeft nagedacht over de wijze waarop we het gesprek zouden kunnen voeren. Het is een gevoelig onderwerp, dat om zorgvuldigheid vraagt. Het ligt zo gevoelig dat het moderamen het beter vond om eerst met elkaar te spreken over de vraag hoe we hierover het beste met elkaar kunnen spreken. De werkgroep krijgt van de synode de vraag om nog eenmaal bijeen te komen om een voorstel te doen voor een mogelijk vervolggesprek.
Het is mooi dat dit belangrijke en tere onderwerp op de agenda staat. In het gesprek in mijn groep blijkt dat de behoefte aan een verklaring of handreiking vanwege de synode niet breed leeft. In veel gemeenten is de aanvaarding van alternatieve levensvormen volstrekt aanvaard.
Toch zou het goed kunnen zijn als de kerk belijdend spreekt over het huwelijk. Als dat door de verdeeldheid van de kerk niet eensgezind kan, zou het wellicht goed zijn om de verschillen die er zijn, eerlijk te benoemen en toch ook uit te spreken waar we wel gezamenlijk voor staan.
Hersteld Hervormde Kerk
Naar aanleiding van een vraag van ds. A.L. Molenaar (Bruinisse) geeft het moderamen aan dat het al eerder dit jaar het initiatief genomen heeft om te komen tot een ontmoeting met het moderamen van de Hersteld Hervormde Kerk (HHK). Net voor de synodevergadering is vernomen dat het moderamen van de HHK openstaat voor een gesprek. Het Reformatorisch Dagblad plaatst het bericht op de website vlak naast het bericht dat een commissie van de HHK de kanselruil in Apeldoorn (van de hersteld hervormde Victorkerk en de hervormde wijkgemeente Eben-Haëzerkerk) verbiedt. Kennelijk is er nog veel te bespreken.
Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 52,50). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!