Waar bent u naar op zoek?

blog

Theologie geldt in academische kringen niet langer als echte wetenschap

Spreken over Boven

Dr. Henk Dijkgraaf
Door: Dr. Henk Dijkgraaf
Onderwijs
09-12-2024

De afgelopen maanden was er veel nieuws over het verdwijnen van universitaire studies. Het betreft niet alleen studierichtingen als Duits, Frans, Arabisch en Keltisch maar ook wat ooit gold als ‘de koningin der wetenschappen’.

Soms buitelen berichten over een bepaald onderwerp over elkaar heen. Zo berichtten verschillende media eind oktober dat de Universiteit Utrecht (UU) maar liefst zes studierichtingen gaat schrappen. Het betreft studies als Duits en Frans maar ook Religiewetenschappen. Begin november kwam het bericht dat de Vrije Universiteit in Amsterdam (VU) drie faculteiten – waaronder Religie & Theologie – gaat samenvoegen tot één nieuwe. In de naam van deze nieuwe faculteit komt het woord ‘theologie’ niet meer voor.

Talenstudies onder druk

De reden die wordt aangevoerd om de vakgroepen Duits en Frans op te heffen, is dat die niet meer rendabel zouden zijn. Nog maar enkele tientallen studenten kiezen er de laatste jaren voor een van deze talen te gaan studeren. Om een indruk te geven: van de bachelorstudenten Frans studeert slechts 11 procent binnen vier jaar af. 52 procent stapt over naar een andere opleiding, 37 procent haalt helemaal geen diploma. Tweedegraads lerarenopleidingen doen het niet veel beter. In 2023 begonnen 59 studenten aan hun opleiding tot leraar Frans. Statistieken wijzen uit dat de laatste jaren 40 procent al in het eerste jaar uitvalt en dat slechts zo’n 30 procent binnen vijf jaar de eindstreep haalt. Voor Duits zijn de cijfers vergelijkbaar.

Met deze cijfers in het achterhoofd is het niet verwonderlijk dat er nauwelijks docenten Frans en Duits te vinden zijn. Mijn eigen zoon zit in de derde klas van de middelbare school, maar krijgt dit jaar geen Frans. De mogelijkheid om in de bovenbouw Frans te kiezen, is voor hem passé. Op het Lorentz Lyceum in Arnhem – Arnhem! – wordt in de bovenbouw überhaupt geen Duits meer gegeven. En het gaat alleen maar erger worden. Volgens de laatste trendrapportage Arbeidsmarkt Leraren van het ministerie van Onderwijs zal het lerarentekort voor Frans en Duits in 2032 verdubbeld zijn.

Gevolgen voor de theologie

De teloorgang van Frans en Duits in het Nederlandse onderwijs heeft niet alleen economische en culturele gevolgen, maar raakt ook de theologiebeoefening in Nederland. Voor theologen die het Duits of Frans niet of nauwelijks beheersen, is een scala aan belangrijke theologische werken niet toegankelijk. Een hoogleraar vertrouwde me kortgeleden toe dat als hij Duitse of Franse teksten met zijn studenten wil behandelen, hij gedwongen is deze in Engelse vertaling aan te bieden.

Wie serieus werk wil maken van het bestuderen van het bijbelboek Genesis, kan in alle redelijkheid niet heen om het driedelige commentaar van de Duitse oudtestamenticus Claus Westermann. Wie meer wil weten over middeleeuwse exegese van de Bijbel is nog steeds aangewezen op Exégèse médiévale: les quatre sens de l’Écriture van de Franse theoloog Henri de Lubac. Noch het werk van Westermann, noch dat van Lubac is in het Nederlands vertaald.

Nog een voorbeeld: dit jaar bezorgde prof. dr. W.H.Th. Moehn het eerste deel van de wetenschappelijke editie van de complete werken van Guido de Brès (Le Baston de la Foy chrestienne). Zal er over dertig jaar nog een Nederlandse theoloog zijn die een project als Guy de Brès Œuvres Complètes op poten kan zetten?

Theologie en universiteit

Het verdwijnen van de studie theologie aan Nederlandse universiteiten is een verhaal van nog ernstiger aard. Hier is niet alleen sprake van een bezuinigingsronde maar zijn de aard en het wezen van de theologie als zodanig in het geding. Als reden voor de faculteitenfusie aan de VU noemde rector Jeroen Geurts in het dagblad Trouw (5 november) dat er sprake is van ‘religiestress’.  Wat blijkt? De twee andere fusiepartners – Sociale Wetenschappen en Geesteswetenschappen – willen niet dat er nog iets is dat herinnert aan theologie. Theologie geldt in academische kringen niet langer als echte wetenschap. Theologie, zo is de redenering, houdt zich slechts bezig met wat mensen door de eeuwen heen bedacht hebben over God. Over God Zelf kan de theologie geen enkele uitspraak doen omdat enige vorm van bewijs dat God bestaat, ontbreekt. Het doet sterk denken aan de beruchte uitspraak van Harry Kuitert: ‘Alle spreken over Boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van Boven komt.’

Verlichtingsdenken

Sinds de Verlichting is meer en meer de gedachte ontstaan dat de wetenschap slechts uitspraken kan doen over zaken die voor onze menselijke zintuigen toegankelijk zijn. Zo onderzoeken neurowetenschappers met behulp van EEG-, fMRI-scans en andere technieken hoe 86 miljard neuronen van de menselijke hersenen in verbinding staan met elkaar, met andere delen van het zenuwstelsel en de rest van ons lichaam. Archeologen doen onderzoek naar scherven aardewerk, resten van menselijke skeletten en overblijfselen van bijvoorbeeld Romeinse badhuizen die ze tijdens opgravingen in verschillende aardlagen aantreffen. Op basis van deze vondsten proberen ze zich een beeld te vormen van hoe het leven eruitzag in verschillende periodes van de geschiedenis.

Zowel neurologen als archeologen hebben dus iets in handen wat tastbaar en zichtbaar is: (scans van) menselijke hersenen en scherven aardewerk. Maar waarover beschikken theologen eigenlijk? Een oud boek, geschreven in inmiddels dode talen, waarin mensen hun ervaringen met God optekenden door middel van verhalen, wetteksten, liefdespoëzie, lofzangen, profetieën, evangeliën en brieven.

Op grond daarvan kunnen theologen wel uitspraken doen over hoe mensen in vroeger tijden over God dachten en welke voorstellingen ze van Hem maakten. Maar dat betekent niet dat ze gezaghebbende uitspraken kunnen doen over God Zelf, laat staan dat ze Zijn bestaan zouden kunnen bewijzen. Vanuit deze redenering heeft de Bijbel niet meer gezag dan de <i>Ilias<p> van Homerus of een toneelstuk van Shakespeare.

Deze houding verklaart waarom de Universiteit Leiden een aantal jaren geleden al de studie theologie inruilde voor religiewetenschappen. Bachelorstudenten Religiewetenschappen verdiepen zich daar nu ‘in mensen en hun opvattingen, in de rol die religies spelen in de wereld, mondiaal en regionaal, in heden en verleden’, zo valt te lezen op haar website. Interessante materie, ongetwijfeld, maar van een gezaghebbende waarheidsclaim kan natuurlijk geen sprake meer zijn.

Nu zullen alle wetenschappers erkennen dat hun uitspraken voorlopig van aard zijn. Ze kunnen immers altijd worden ingehaald door nieuwe inzichten. Maar een wetenschap die pretendeert iets zinnigs te kunnen zeggen over de God van Israël, Die in Jezus Christus vanuit de hemel is neergedaald om ons mensen en om onze redding, heeft naar seculiere inzichten geen poot om op te staan. Het bestaan van de mens Jezus Christus is historisch al niet te bewijzen, laat staan dat we een uitspraak zouden kunnen doen over twee naturen – een goddelijke en een menselijke – verenigd in één persoon.

Onverwacht geluid

Vanuit seculier perspectief is de verschuiving van theologie naar religiewetenschappen begrijpelijk. Maar dat ook gelovige wetenschappers deze wisseling van de wacht toejuichen, is een ander verhaal. In het reeds genoemde artikel in Trouw zegt prof. dr. Fred van Lieburg, hoogleraar Religiegeschiedenis aan de VU met een grote staat van dienst, dat in strikte zin theologie niet thuishoort aan een universiteit. Het moge zo zijn dat de VU sinds haar oprichting de studie theologie aanbiedt, maar dat is volgens hem ‘een armoedig argument om theologie te handhaven’. Tegelijkertijd beweert hij dat theologie ‘beter kan functioneren als uit ze haar isolement komt en haar plek inneemt binnen de geesteswetenschappen’.

Daarmee lijkt hij te suggereren dat theologie in zoverre een plek verdient aan de universiteit dat ze thuishoort binnen het domein van de religiewetenschappen – als een van de geesteswetenschappen – maar niet als zelfstandige vakgroep of faculteit. Dat zou logischerwijze betekenen dat Van Lieburg – in elk geval in praktische zin – zich voegt in de gedachtegang dat theologie een spreken is over boven dat komt van beneden. Hoe dit ook zij, duidelijk is dat Van Lieburg de vraag of theologie als zelfstandige studie thuishoort aan een niet-kerkelijk gebonden universiteit, beantwoordt met een expliciet ‘nee’.

Rede en openbaring

Gold de theologie in de Middeleeuwen nog als ‘koningin der wetenschappen’, sinds de intrede van de moderniteit in de zeventiende eeuw is alle vanzelfsprekendheid daaromtrent verdwenen. Wie echter z’n oor te luisteren legt bij wat de middeleeuwse theoloog Thomas van Aquino en de negentiende-eeuwse kardinaal John Henry Newman hierover hebben gezegd, merkt dat het seculiere denken over theologie cruciale nuances overboord heeft gegooid.

Het overdragen van universele kennis is een basisopdracht van elke universiteit en bij het uitbreiden van kennis kunnen we niet anders dan in eerste instantie aansluiten bij overtuigingen die we vanzelfsprekend achten. Voor Thomas van Aquino is de leer van de drie-eenheid net zo vanzelfsprekend als dat voor wiskundigen een rechte lijn de kortste verbinding is tussen twee punten. Daar wringt natuurlijk de schoen. Van Aquino erkent dat de leer van de drie-eenheid voor de rede onbewijsbaar is maar de openbaring weliswaar boven de rede uitstijgt maar niet tegen de rede indruist. Christenen geloven dan ook niet zonder reden wat ze geloven. Zoals we een volgende keer zullen zien, doet Newman hier nog een schepje bovenop.

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

Dr. Henk Dijkgraaf
Dr. Henk Dijkgraaf

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.