Waar bent u naar op zoek?

blog

Dankzij Gods verbond en Zijn trouw houden we het in de kerk met elkaar uit

Oog voor de pastorie

P.J. Vergunst
Door: P.J. Vergunst
Kerk
17-09-2024

Het is zo anders als vroeger, de plaats van de pastoriebewoners in de gemeente. Niemand hoor je meer over ‘het glazen huis’, de uitdrukking die aangeeft dat de kerkmensen nauwlettend volgen wat er in het domineesgezin gebeurt. En toch… blijft positieve aandacht voor dit gezin nodig.

Wat vinden we in de kerk mooier dan te leven als predikant? Geroepen te zijn tot de verkondiging van het Evangelie is allereerst een groot voorrecht, zoals roeping en verkiezing altijd genadige gaven zijn. Die overtuiging houden we vast, als er tegelijk andere noties te benoemen zijn. Verkiezing is immers ook een last, een verantwoordelijkheid die op je rust, die veel van je vraagt. Die twee kanten van ‘verkiezing’ – voorrecht én last – zien we in het leven van Israël als volk, herkennen we in het leven van de kerk, geldt voor elke ambtsdrager en zelfs elke christen. Denk aan het gezang van Ad den Besten:

Waarom moest ik uw stem verstaan?
Waarom, Heer, moet ik tot U gaan
zo ongewende paden?
Waarom bracht Gij
die onrust mij
in ’t bloed, is dat genade?

Gij maakt mij steeds meer vreemdeling.
Ontvreemdt Ge mij dan, ding voor ding,
al ’t oude en vertrouwde?
O blinde schrik, –
mijn God, mag ik
niet eens mijzelf behouden?

Rust vindt de ‘ik’ in dit gedicht hierin dat ‘die weg ook door uw Zoon gegaan is’. Zelfverloochening en kruisdragen, ze horen bij het ambt van dienaar van het Woord.

Nederig en zachtmoedig

Ondertussen is het niet (alleen) hierom dat de dominee en zijn gezin het intensief vinden om hun roeping te vervullen. Ik denk aan een zekere scherpte die er gekomen is in de omgang met elkaar, aan wat de politiek een afrekencultuur noemt, aan korte lontjes, aan onvruchtbare vergelijkingen, aan een gebrek aan zicht op wat heel de gemeente nodig heeft, aan groepsdenken, aan het jezelf centraal stellen en niet de Heere en Zijn Woord, aan…

Van vandaag of gisteren zijn deze zaken natuurlijk niet. Ongetwijfeld had Paulus er een reden voor aan de gemeente van Filippi te schrijven dat ze niets moest doen uit eigenbelang of eigendunk, maar dat de een de ander in nederigheid voortreffelijker achten moest dan zichzelf. En Jezus roept op van Hem te leren dat Hij zachtmoedig is en nederig van hart. Het paradijs was ook toen al ver weg.

Wetteloosheid en verkilde liefde

Nu leven we in 2024 en zien we om ons heen tekenen van het einde van de wereld, zoals Mattheüs 24 ze noemt. ‘En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen.’ Als je jezelf tot wet wordt, raakt de liefde als vervulling van de wet buiten beeld. Je hoeft slechts tien minuten een debat in de Tweede Kamer over een controversieel thema te volgen en je beseft dat respectloosheid en een gebrek aan integer gedrag onze cultuur niet vreemd zijn.

Zou dat de kerk voorbijgaan, zou dat het ambtelijke gezag niet ondermijnen, een gemene aanval doen op de eensgezindheid? Opnieuw: niet voor niets wil Paulus dat de ambtsdragers ‘het geheimenis van het geloof in een zuiver geweten vasthouden’. Als zulke ambtsdragers samen met de predikant dienen, mogen de gemeenten immers zegen verwachten.

Verbond

Polarisatie en prestatiegerichtheid in de samenleving houden we hopelijk buiten de deuren van de kerk. Op plaatsen waar dat slecht lukt, hebben de bewoners van de pastorie het zwaar. Laten de gemeente en de kerkenraad zich dat realiseren. Ontbinding is dan aan de orde, het elkaar loslaten, terwijl een notie als ‘verbond’, die voor Gods omgang met ons zo centraal is, niet functioneert. In het verbond van de genade zijn we immers aan Hem en aan elkaar gegeven, houden we het dankzij de trouw van God met elkaar uit, beoefenen we geduld, vriendelijkheid en nederigheid.

Zorg voor de dienstdoende dominee maakt dat ik deze dingen noteer. Uiteraard is er voor hemzelf ook appellerend onderwijs in het Woord, want God vraagt van hem toewijding en inzet, volharding in de leer van de apostelen, concentratie op zijn roeping, een voorbeeld te zijn in geloof, liefde en reinheid. Vandaag echter aandacht voor onze omgang met de predikant, opdat hij zijn werk niet zuchtende doet, opdat hij niet stilletjes verlangt naar bovenplaatselijk werk in de kerk (al is dat werk beslist betekenisvol), opdat er in de pastorie vrede is en een klimaat om gericht te zijn op verkondiging, catechese en pastoraat, niet op spanning en gedoe.

Draagkracht en draaglast

Ik pleit voor zicht in de gemeente op wat de essentie van het ambt is, voor openhartige jaargesprekken met de predikant, in dankbaarheid voor zijn dienen van Christus. Ik pleit ook voor wijsheid en fijngevoeligheid bij ambtsdragers, die voeling houden met de draagkracht en de draaglast van de dominee én de gevolgen hiervan voor de andere leden van het gezin. Formaliseren hoeven we dit allemaal niet. Juist in het spontane contact kan kwetsbaarheid en openheid ons gegeven worden.

Het is al meer dan twintig jaar geleden dat artiesten als Freek de Jonge en Seth Gaaikema een bijdrage leverden op de dag voor domineeskinderen die dagblad Trouw organiseerde. Welk domineeskind heeft vandaag echter animo om lotgenoten te ontmoeten? Ooit vertelde een bekende opkoper van bibliotheken van overleden predikanten me dat de haat tegen het werk van hun vader hem opviel en raakte. Ik vermoed dat we de frustratie in dezen voorbij zijn, dat er eerder onverschilligheid gekomen is.

Ondertussen is gepaste aandacht voor hen nodig, ook vandaag. Een van onze oudere predikanten mailde me deze zomer dat zijn leven én dat van zijn vrouw en kinderen gestempeld was door verhuizen. Meer en meer is er oog gekomen voor de impact hiervan. Als dat in het kader staat van de geroepen predikant die tevens geroepen is als man en vader, is dit een gezonde ontwikkeling. Het hoeft niet tot een verzakelijkt beroepingswerk te leiden. Bij roeping horen immers gehoorzaamheid én de belofte van Gods trouw. Aan deze geloofsdynamiek mogen we in 2024 vasthouden.

Vertrouwde omgeving en cultuur

Voor een kind dat elke ruim vier jaar verhuist, kan een goede hechting lastiger zijn dan voor een gemiddeld kind. Feit is dat die veilige hechting allermeest in de context van het gezin plaatsheeft. Ouders kennen de (emotionele) behoeften van elk van hun kinderen. Daarin zijn pastoriebewoners niet anders dan ieder ander. Te vaak verhuizen kan (opnieuw: kán) de verworteling in het leven wel parten gaan spelen. Aan vluchtelingen in ons land zien we hoe heftig het is als je niet meer verblijft in de vertrouwde omgeving en cultuur. Het is winst als er in de gemeenten meer oog en hart is voor de kinderen/jongeren in het gezin van de predikant.

Nu is de dominee niet direct een ‘beroemde ouder’, maar hij is in de gemeente die hij dient, wel een bij ieder bekende ouder. Ik noem dit, omdat de Joodse filosofe Hannah Arendt ooit schreef dat het vaak slecht afloopt met kinderen van beroemde ouders: in ‘het meedogenloze publieke domein’ kunnen ze niet veilig opgroeien. Arendt noemt bescherming van privacy en veiligheid voor een kind van vitaal belang, terwijl ‘gedurige blootstelling aan de publieke wereld de vitale kwaliteit van de vorming vernietigt’. Concreter dan deze zinnen maak ik het niet – al beseft elke betrokkene dat deze woorden niet zonder reden opgeschreven zijn. Laat de dominee, als ieder ander, daarom vader van zijn kind zijn en laat de jongere als elke jongere in de gemeente mee kunnen doen.

Geworteld

Het land van je vader, het dorp van je moeder – welk mens wil niet ergens wortelen, zich ergens thuis weten? Het is opvallend dat de Bijbel een relatie legt tussen ‘wortel schieten naar beneden en vrucht dragen de hoogte in’ (Jes.37:31). Wie niet geworteld is, valt om als de winden hard gaan waaien, als er storm over je leven gaat. Dat is in het natuurlijke leven zo. Psalm 1 tekent dit in geestelijke zin, voor de goddelozen die zijn als kaf dat de wind wegblaast, terwijl Kolossenzen 2 spreekt over leven met Hem en zo geworteld raken in Hem.

De macht van de secularisatie is sterk in ons land, afschuwelijk sterk. De christelijke gemeente heeft te strijden tegen de machten die in haar tijd gevaarlijk aanwezig zijn. In die strijd is de pastorie crucialer dan we veelal denken, want hier woont geen werknemer van de kerk, maar Christus’ dienstknecht in onze gemeente. In de geestelijke strijd zal de duivel bijzondere aandacht hebben voor de dominee en zijn gezin, zal hij diens aandacht willen richten op wat spanning geeft en op waar tweedracht is. Opdat het biddend onderzoeken van de Heilige Schrift schade lijden zal.

Om die reden bidden we – te meer naarmate de zondag dichterbij komt – voor de dienaar van het Woord en de zijnen. Omdat de eer van God in het geding is, opdat ons de weg naar de zaligheid gewezen zal blijven worden.

Geïnteresseerd in meer lezenswaardige artikelen? Neem een jaarabonnement (€ 53). Als welkomstgeschenk ontvangt u De Waarheidsvriend twee maanden gratis. Of maak gebruik van onze actie en lees De Waarheidsvriend vier maanden voor € 10,-!

P.J. Vergunst
P.J. Vergunst

is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.